Spring naar inhoud

Jaarrekening

1. Geconsolideerde balans per 31 dec. 2023

(Bedragen x € 1.000, voor resultaatbestemming)

  ACTIVA 31-12-2023 31-12-2022
 Ref. VASTE ACTIVA    
M1102 Vastgoedbeleggingen    
M11028 DAEB vastgoed in exploitatie 875.961 891.410
M11020 Niet-DAEB vastgoed in exploitatie 434.931 438.454
M11024 Onroerende zaken – verkocht onder voorwaarden 62.047 61.809
M11021 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 16.035 6.417
    1.388.974 1.398.090
M1102 Materiële vaste activa    
M11022 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 8.986 9.346
    8.986 9.346
M1103 Financiële vaste activa    
M11033 Andere deelnemingen 2 2
M11035 Latente belastingvordering(en) - -
M11039 Overige vorderingen 27.219 28.926
    27.221 28.928
       
    1.425.181 1.436.364
  VLOTTENDE ACTIVA    
M1112 Vorderingen    
M11120 Huurdebiteuren 498 330
M11164 Belastingen en premies sociale verzekeringen 3.328 5.222
M11126 Overige vorderingen 1.247 847
M11127 Overlopende activa 34 211
    5.107 6.610
       
M1114 Liquide middelen 12.576 32.548
       
    17.683 39.158
       
  TOTAAL 1.442.864 1.475.522

(Bedragen x € 1.000, voor resultaatbestemming)

  PASSIVA 31-12-2023 31-12-2022
Ref. VERMOGEN LANG    
M1105 Eigen vermogen    
M11053 Herwaarderingsreserve 722.391 764.070
M11053 Overige reserve 470.220 342.087
M11054 Resultaat na belastingen van het boekjaar -25.256 86.453
    1.167.355 1.192.610
M1107 Voorzieningen    
M11073 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen 3.473  315 
M11072 Latente belastingverplichtingen 2.188  2.259 
M11074 Overige voorzieningen 194 217
    5.855  2.791 
M1108 Langlopende schulden    
M11081 Schulden aan banken 220.997 234.467
M11084 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 36.109 34.561
M11083 Overige schulden 642 683
    257.748 269.711
       
    1.430.956 1.465.112
  VERMOGEN KORT    
M1116 Kortlopende schulden    
M11160 Schulden aan banken 2.970 2.961
M11162 Schulden aan leveranciers en handelskredieten 1.809 1.393
M11164 en M11165 Schulden ter zake van belastingen, premies van sociale verzekeringen en pensioenen 2.430 1.345
M11167 Overige schulden 240 561
M11168 Overlopende passiva 4.457 4.150
    11.906 10.410
       
  TOTAAL 1.442.864 1.475.522

2. Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2023

(Bedragen x € 1.000) volgens het functioneel model

    2023 2022
Ref. EXPLOITATIE VASTGOEDPORTEFEUILLE    
  Huuropbrengsten 51.967 51.307
  Opbrengsten servicecontracten 2.972 1.873
  Lasten servicecontracten -2.972 -1.873
  Lasten verhuur en beheeractiviteiten -5.653 -4.944
  Lasten onderhoudsactiviteiten -18.910 -15.705
  Overige directe operationele lasten exploitatie bezit -2.914 -6.475
  Netto resultaat exploitatie vastgoedportefeuille 24.490 24.183
       
  VERKOOP VASTGOEDPORTEFEUILLE    
  Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille 10.905 26.928
  Toegerekende organisatiekosten -1.091 -717
  Boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille -7.576 -20.214
  Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille 2.238 5.997
       
  NIET-GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE    
  Overige waardeveranderingen van vastgoedportefeuille -3.810 149
  Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille -32.942 67.907
  Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarde -3.075 -12.398
  Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille bestemd voor verkoop - -
  Waardeveranderingen vastgoedportefeuille -39.827 55.658
       
  OVERIGE ACTIVITEITEN    
  Opbrengst overige activiteiten 145 117
  Kosten overige activiteiten -138 -111
  Netto resultaat overige activiteiten 7 6
       
  Overige organisatiekosten -2.080 -2.269
  Leefbaarheid -575 -620
  FINANCIELE BATEN EN LASTEN    
  Overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten 964 15.112
  Rentelasten en soortgelijke kosten -6.593 -6.554
  Saldo financiële baten en lasten -5.629 8.558
       
  RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTINGEN -21.376 91.513
  Belastingen -3.880 -5.064
  Resultaat uit deelnemingen 0 4
  RESULTAAT NA BELASTINGEN (TOTAALRESULTAAT) -25.256 86.453

3. Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2023

Volgens de directe methode

(Bedragen x € 1.000)

  2023 2022
KASTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN    
Ontvangsten    
Huren 52.030 51.050
Vergoedingen 2.147 2.008
Overheidsontvangsten - -
Renteontvangsten 418 135
Overige bedrijfsontvangsten 8 17
  54.603 53.210
Uitgaven    
Erfpacht -4 -2
Personeelsuitgaven -6.690 -6.928
Onderhoudsuitgaven -15.182 -11.801
Overige bedrijfsuitgaven -12.051 -9.337
Betaalde interest -6.640 -6.574
Sectorspecifieke heffing onafhankelijk van resultaat -371 -142
Verhuurderheffing - 494
Leefbaarheid externe uitgaven niet investerings­gebonden -173 -180
Vennootschapsbelasting -1.984 -2.718
  -43.095 -37.188
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN 11.508 16.022
     
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN    
Materiële vaste activa - ingaande kasstroom    
Verkoopontvangsten bestaande huur 11.151 23.791
Verkoopontvangsten na inkoop (verkocht onder voorwaarden) - -
Verkoopontvangsten nieuwbouw - -
Verkoopontvangsten grond en overig - -
  11.151 23.791
Materiële vaste activa - uitgaande kasstroom    
Nieuwbouw huur -18.569 -10.135
Nieuwbouw koop - -
Verbeteruitgaven -10.335 -7.362
Aankoop -32 -1.409
Aankoop woongelegenheden (VOV) voor doorverkoop - -
Investeringen overig -610 -306
  -29.546 -19.212
Financiële vaste activa - in en -uitgaande kasstroom    
- Ontvangsten verbindingen 7 25
- Uitgaven verbindingen -46 -
  -39 25
     
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN -18.434 4.604
     
FINANCIERINGSACTIVITEITEN    
Nieuwe te borgen leningen 12.500 20.000
Nieuwe ongeborgde leningen - -
Aflossing geborgde leningen -25.546 -22.946
Aflossing ongeborgde leningen - -232
     
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN -13.046 -3.178
     
MUTATIE LIQUIDE MIDDELEN -19.972 17.448
WIJZIGING KORTGELDMUTATIES (Collateral (margin call verplichting)) - -
     
Geldmiddelen aan het begin van de periode 32.548 15.100
Geldmiddelen aan het einde van de periode 12.576 32.548
MUTATIE LIQUIDE MIDDELEN -19.972 17.448

4. Algemene toelichting

4.1. Toegelaten instelling

Stichting Dudok Wonen (KvK-nummer 32023773), statutair gevestigd te Hilversum, Larenseweg 32, is een stichting met de status van toegelaten instelling conform artikel 19 eerste lid van de Woningwet. Zij is werkzaam binnen de juridische wetgeving vanuit de Woningwet en het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (BTIV). 

4.2. Toegepaste standaarden

Conform de in het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 geformuleerde eisen voor toegelaten instellingen is de jaarrekening opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek behoudens enige uitzonderingen van specifieke aard, alsmede in overeenstemming met de beleidsregels Wet normering bezoldiging topfunctionarissen. In de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving is Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting opgenomen die nadere interpretatie geeft aan de in Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen voorschriften. In deze richtlijn zijn onder meer specifieke modellen voor de balans en winst-en-verliesrekening opgenomen. Richtlijn 645 geeft uitsluitend regels voor sectorspecifieke aangelegenheden. Voor de overige aangelegenheden zijn de algemeen geldende richtlijnen van toepassing.

4.3. Continuïteit

Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.

Dudok Wonen wordt in haar bedrijfsvoering geconfronteerd met diverse regeringsmaatregelen, waar het beleid op is en wordt aangepast. 

Dudok Wonen blijft voldoen aan kengetallen zoals die door sectorinstituten en relevante externe partijen gehanteerd worden en relevant zijn voor het behouden van toegang tot de kapitaalmarkt. Dit doet zij doordat een meerjarenbeleid is vastgesteld met extra aandacht voor onderhoud, waaronder veiligheidsaspecten van het vastgoed en verduurzaming op korte- en lange termijn. Een Kritische Prestatie Indicator is: Alle woningen zijn en blijven veilig, schoon en heel, op ieder moment in de levenscyclus’. Hierdoor zal ook op de lange termijn de waarde van het vastgoed behouden blijven.

Conclusie:
Bovenstaande betekent dat het de verwachting van het bestuur is dat Dudok Wonen zal kunnen blijven voldoen aan de in de sector gebruikelijke (financiële) kengetallen. Op grond hiervan is de jaarrekening opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling

4.4. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling

De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten of op actuele waarde. Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde.

Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar Dudok Wonen zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. 

Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.

In de jaarrekening worden naast juridische verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verantwoord, die kunnen worden gekwantificeerd als ‘intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd’. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvorming- en communicatieproces rondom projectontwikkeling en renovatie.

Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer op de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer op de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.

De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengst wordt verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de transactie zijn overgedragen aan de koper.

De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s (bedragen x € 1.000). Alle financiële informatie in euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal, tenzij anders vermeld.

4.4.1 Gebruik van schattingen

De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen:

  • Vastgoedbeleggingen, marktwaarde in verhuurde staat: DAEB vastgoed in exploitatie en het niet-DAEB vastgoed in exploitatie worden gewaardeerd tegen marktwaarde in verhuurde staat met inachtneming van de relevante feiten en omstandigheden van de markt waarop de toegelaten instelling actief is. De aannames aangaande de geprognosticeerde kasstromen zijn gebaseerd op de contractuele verplichtingen van Dudok Wonen die rusten op het vastgoed. De overige (na de contractperiode in acht te nemen) aannames en uitgangspunten zijn gebaseerd op gegevens van de markt waarop de toegelaten instelling actief is. Dudok Wonen hanteert het waardebegrip van de marktwaarde in verhuurde staat: Het bedrag dat het waarderingscomplex bij complexgewijze verkoop naar schatting zal opbrengen nadat de verkoper het complex na de beste voorbereiding op de gebruikelijke wijze in de markt heeft aangeboden en waarbij de koper de onroerende zaak aanvaardt onder gestanddoening van de lopende huurovereenkomsten met alle daaraan verbonden rechten en plichten. In de waardering is een groot aantal schattingselementen opgenomen. Voor de woningen en parkeerplaatsen zijn de aannames en uitgangspunten van de basiswaardering in het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde 2023 gehanteerd. Voor de gehanteerde aannames en uitgangspunten (inclusief de disconteringsvoet) bij de waardering van het bedrijfsmatig en maatschappelijk vastgoed is door een externe taxateur een taxatierapport met betrekking tot de marktconformiteit afgegeven.
  • Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie: bepaling van het moment van aangaan van de feitelijke verplichtingen inzake investeringen nieuwbouw, woningverbetering en renovatie ten behoeve van het bepalen en treffen van een voorziening voor onrendabele investeringen. Voornoemde verplichtingen worden in de jaarrekening verwerkt op het moment dat deze kunnen worden gekwalificeerd als ‘intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd’. Hiervan is sprake wanneer uitingen door Dudok Wonen zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige nieuwbouw-, woningverbetering of renovatieprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van Dudok Wonen. De financiële impact van voornoemde feitelijke verplichtingen kan afwijken bij daadwerkelijke realisatie. De realisatie kan onder meer wijzigen als gevolg van wettelijke procedures, aanpassingen in voorgenomen bouwproductie en in prijsniveau van leveranciers.
  • Aannames en veronderstellingen gehanteerd bij de bepaling van de belastingpositie (inclusief latente belastingpositie). Dit betreft met name de uitgangspunten en veronderstellingen met betrekking tot de voor de waardering van de belastingpositie gehanteerde prognose van toekomstige verwachte fiscale resultaten.

4.5. Grondslagen voor consolidatie

De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van Dudok Wonen en haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend dan wel waarover de centrale leiding bestaat. Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin Dudok Wonen een meerderheidsbelang heeft, of waarin op een andere wijze een beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Bij de bepaling of beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend worden financiële instrumenten die potentiële stemrechten bevatten en direct kunnen worden uitgeoefend betrokken. 

Nieuw verworven deelnemingen worden in de consolidatie betrokken vanaf het tijdstip waarop beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip van beëindiging van deze invloed.

In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd, evenals de binnen de groep gemaakte winsten en verliezen.

De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd. 

In de consolidatie worden deelnemingen tegen nettovermogenswaarde opgenomen voor zover eenzelfde invloed op het beleid kan worden uitgeoefend als door elk der overige participanten (joint venture accounting).

De in de consolidatie begrepen rechtspersonen en vennootschappen zijn:

GECONSOLIDEERDE ENTITEITEN    
Volledig geconsolideerd Statutaire zetel (Indirect) kapitaalbelang
Goois Wonen B.V. Hilversum 100% (D)
Dudok Ontwikkeling B.V. Hilversum 100% (D)

De geconsolideerde entiteiten hebben de volgende activiteiten:

  • Goois Wonen B.V.: het beleggen van vermogen en beheer en verhuur van onroerend goed.
  • Dudok Ontwikkeling B.V.: het realiseren van (huur)woningen. 

De Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) waarin Dudok Wonen participeert zijn niet geconsolideerd. Voor de VvE’s waarin Dudok Wonen met 50% of meer participeert wordt er een beroep gedaan op artikel 407 lid 1a ‘gezamenlijke betekenis te verwaarlozen is op het geheel’. Consolidatie van de belangen in de VvE’s heeft overigens geen gevolgen voor het eigen vermogen van Dudok Wonen.

Dudok Wonen of haar groepsmaatschappijen participeren in 91 actieve VvE’s (92 actieve VvE’s in 2022). Deze participaties vloeien voort uit het gevoerde beleid om woningen uit de bestaande voorraad te verkopen.

4.6. Presentatiewijzigingen

Er zijn geen presentatiewijziging in 2023.

4.7. Stelselwijziging

Er hebben in 2023 geen stelselwijzigingen plaatsgevonden.

4.8. Financiële instrumenten

Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te bepalen posten.

Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde.
In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract.
Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.

4.8.1 Verstrekte leningen en overige vorderingen

Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderings-verliezen.

4.8.2 Dividenden

Dividenden worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord op het moment dat deze betaalbaar zijn gesteld.

4.8.3 Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen

Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde en na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode.

De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden.

4.8.4 Afgeleide financiële instrumenten

Afgeleide instrumenten worden gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij hedge accounting onder het kostprijs hedge model wordt toegepast.

Indien afgeleide instrumenten niet langer voldoen aan de voorwaarden voor ‘hedge accounting’, aflopen of worden verkocht of wanneer de onderneming niet langer kiest voor hedge accounting wordt hedge accounting beëindigd.

Indien kostprijs hedge accounting wordt toegepast vindt eerste waardering plaats tegen reële waarde. Zolang het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van de toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte toekomstige transactie leidt tot verantwoording in de winst-en-verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies eveneens in de winst-en-verliesrekening verwerkt.

Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, worden de afdekkingsrelaties beëindigd. De cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst-en-verliesrekening was verwerkt, wordt als overlopende post in de balans opgenomen totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening.

Dudok Wonen documenteert de hedge relaties in specifieke hedge documentatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedge relaties door vast te stellen dat er sprake is van een effectieve hedge respectievelijk dat er geen sprake is van overhedges.

Op elke balansdatum bepaalt Dudok Wonen de mate van ineffectiviteit van de combinatie van het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie (de hedge relatie). De mate van ineffectiviteit van de hedge relatie wordt vastgesteld door het vergelijken van de kritische kenmerken van het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie in de hedge relatie. Dudok Wonen hanteert voor deze vergelijking de volgende kritische kenmerken, omvang, looptijd, afgedekt risico en de wijze van afrekening van het afdekkingsinstrument en afgedekte positie. Indien de kritische kenmerken, beoordeeld in de context van de hedge relatie, aan elkaar gelijk zijn (geweest), is geen sprake (geweest) van ineffectiviteit.

Indien de kritische kenmerken niet aan elkaar gelijk zijn (geweest), is sprake (geweest) van ineffectiviteit. In dat geval vindt de effectiviteitstest plaats door vergelijking van de cumulatieve verandering in reële waarde van een op afsluitdatum gedefinieerd hypothetisch afgeleid instrument, met een reële waarde van nihil op afsluitdatum (als proxy van de afgedekte positie), met de cumulatieve waardeverandering van het werkelijke afgeleide instrument. Indien de laatste een hogere negatieve waarde heeft dan het hypothetisch afgeleide instrument, wordt het verschil als ineffectiviteit in de winst-en-verliesrekening verwerkt.

4.8.5 Derivaten aangehouden voor hedging doeleinden

De rentevoet van lopende en in de toekomst te verwachten zeer waarschijnlijke financieringen is variabel van aard en gebaseerd op 3-maands Euribor. In de analyse van de financiële risico’s heeft de Groep het risico van renteschommelingen onderkend en geconcludeerd dit risico niet zelf te willen dragen doch af te dekken door middel van derivaten.

Voor deze derivaten past Dudok Wonen kostprijshedge accounting toe op basis van generieke documentatie met vastlegging van:

  • de algemene hedgestrategie, hoe de hedgerelaties passen in de doelstellingen van risicobeheer en de verwachting aangaande de effectiviteit van deze hedgerelaties;
  • de in het soort hedgerelatie betrokken hedge-instrumenten en afgedekte posities.

Op het moment van de eerste verantwoording worden deze derivaten gerubriceerd als “Derivaten met toepassing van kostprijshedge-accounting”.

De waardering en resultaatbepaling is als volgt:

  • Op moment van eerste waardering wordt de reële waarde van het derivaat bepaald; over het algemeen is de uitkomst daarvan een nihil-waarde en wordt geen actief- of passiefpost op de balans opgenomen.
  • De vervolgwaardering geschiedt tegen kostprijs of lagere marktwaarde waarbij een lagere waarde in geval van een effectieve hedge relatie voor de waardering en resultaatbepaling niet in aanmerking wordt genomen.
  • Op moment van eerste waardering alsmede tussentijds bij aanpassing van de contractuele afspraken met betrekking tot het derivaat en/of het afgedekte renterisico van de betreffende lening wordt bepaald of sprake is van ineffectiviteit. Daartoe wordt beoordeeld of het referentiebedrag van het derivaat niet groter is dan de omvang van de lening alsmede dat de kritische kenmerken zoals omvang, looptijd, renteherzieningsdata, momenten van betaling van rente en aflossing, basis voor de rentevoet en dergelijke van het derivaat en het afgedekte renterisico aan elkaar gelijk zijn.


Indien de kritische kenmerken niet aan elkaar gelijk zijn of zijn geweest, is dit een indicatie dat de hedge relatie een ineffectief deel bevat dat door middel van de dollar offset methode wordt berekend.

Indien en voor zover de ineffectiviteit per balansdatum op cumulatieve basis in een verlies resulteert, wordt de ineffectiviteit verwerkt in de winst-en-verliesrekening van het betreffende boekjaar. Blijkt op een later moment dat het cumulatieve verlies wegens ineffectiviteit is afgenomen dan wordt deze afname ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht.

Kostprijshedge-accounting wordt beëindigd indien:

  • Het hedge-instrument afloopt, wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend. Het cumulatieve gerealiseerde resultaat op het hedge-instrument dat nog niet in de winst-en-verliesrekening is verwerkt toen er sprake was van een effectieve hedge, wordt afzonderlijk in de overlopende posten in de balans verwerkt tot de afgedekte transactie plaatsvindt.
  • De hedge-relatie niet meer voldoet aan de criteria voor hedge accounting. Indien de afgedekte positie een in de toekomst verwachte transactie betreft, vindt de verwerking van de hedgeresultaten als volgt plaats:
    - Indien de verwachte transactie naar verwachting nog plaatsvindt, wordt hedge accounting vanaf dat moment stopgezet. Het hiermee samenhangende cumulatieve resultaat op het hedge-instrument dat in de periode waarin de hedge effectief was buiten de winst-en-verliesrekening of off-balance was gehouden, blijft afhankelijk van de situatie off balance of op de balans.

4.8.6 Bijzondere waardeverminderingen financiële activa

Ook voor financiële vaste activa, waaronder financiële instrumenten beoordeelt Dudok Wonen op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt Dudok Wonen de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardeverminderingen, en verwerkt dit direct in de winst-en-verliesrekening.

Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs, wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument.

Een eventueel bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt.

5. Verdere uitwerking grondslagen voor waardering activa en passiva

5.1. Classificatie vastgoed naar typologie

De onroerende zaken in exploitatie worden op objectniveau geclassificeerd naar DAEB en niet-DAEB vastgoed op basis van het in 2017 door de Autoriteit woningcorporaties goedgekeurd definitief scheidingsvoorstel, aangepast voor transacties nadien tussen de DAEB respectievelijk de niet-DAEB tak.

5.2. Vastgoedbeleggingen

5.2.1 DAEB vastgoed in exploitatie & Niet-DAEB vastgoed in exploitatie

DAEB vastgoed in exploitatie en niet-DAEB vastgoed in exploitatie worden gewaardeerd tegen actuele waarde. De actuele waarde betreft voor dit doel de marktwaarde in verhuurde staat.

Marktwaarde in verhuurde staat:
De marktwaarde in verhuurde staat is gebaseerd op beschikbare marktgegevens met inachtneming van de relevante feiten en omstandigheden van de markt waarop Dudok Wonen actief is. De aannames aangaande de geprognosticeerde kasstromen zijn gebaseerd op de contractuele verplichtingen van Dudok Wonen die rusten op het vastgoed. De overige (na de contractperiode in acht te nemen) aannames en uitgangspunten zijn gebaseerd op gegevens van de markt waarop zij actief is.

Onder paragraaf 9.1 Niet-DAEB vastgoed in exploitatie en DAEB vastgoed in exploitatie zijn de gehanteerde veronderstellingen en uitgangspunten nader toegelicht.

Kasstroomgenererende eenheid:
Het interne beleid en de bedrijfsvoering van Dudok Wonen is gericht op sturing van de waarde van het vastgoed in exploitatie op basis van waarderingscomplexen. 

Eerste waardering:
Bij de eerste verwerking wordt het vastgoed in exploitatie gewaardeerd tegen de kostprijs. De kostprijs omvat de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, inclusief transactiekosten en verminderd met eventuele investeringssubsidies. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van de bestede externe kosten en de direct hieraan toerekenbare kosten. De in de toekomst te maken kosten voor sloop worden ten laste van het resultaat verantwoord in het jaar dat de exploitatie door sloop wordt beëindigd.

Uitgaven na eerste verwerking:
Uitgaven na eerste verwerking die voldoen aan de algemene activeringscriteria worden geactiveerd tegen kostprijs en vervolgens getoetst aan het verschil in marktwaarde van het complex vóór en na deze uitgaven. Het marktwaardeverschil wordt in het actief verwerkt als een waardevermindering of -vermeerdering en in het resultaat verantwoord als ‘Overige waardeveranderingen vastgoedbeleggingen’. Onderhoudsuitgaven en uitgaven voor renovatiewerkzaamheden worden slechts geactiveerd indien er sprake is van een waardeverhoging van het actief. De overige onderhoudslasten worden rechtstreeks ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht.

Waardering na eerste verwerking 
Na eerste verwerking wordt het vastgoed in exploitatie gewaardeerd tegen actuele waarde, overeenkomstig artikel 35 lid 2 van de Woningwet. Onder actuele waarde wordt in dit verband verstaan de marktwaarde overeenkomstig het marktwaardebegrip “onderhandse verkoopwaarde in verhuurde staat”. Voortvloeiend uit artikel 14 van de Regeling Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (RTIV) is deze marktwaarde bepaald conform het “Handboek modelmatig waarderen marktwaarde – Actualisatie peildatum 31 december 2023”, derhalve de marktwaarde in verhuurde staat. Dudok Wonen past hiervoor ultimo 2023 de basiswaardering toe voor de woningen en parkeerplaatsen en de “full-variant” voor het bedrijfsmatig en maatschappelijk vastgoed. De marktwaarde in verhuurde staat is benaderd door de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen te bepalen (discounted cash flow methode). Bij de basisvariant waardering is geen taxateur betrokken. Als gevolg hiervan bestaat het risico dat de modelmatig bepaalde actuele waarde van het vastgoed afwijkt van de actuele waarde die met betrokkenheid van een taxateur tot stand zou zijn gekomen. Na eerste verwerking wordt een waardevermindering of – vermeerdering als gevolg van de waardering tegen actuele waarde bepaald op complexniveau. De waardevermindering of - vermeerdering wordt in het resultaat verantwoord als ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. 

Jaarlijks vindt in de zomer na afloop van het jaarrekeningtraject een landelijke validatie van de basisversie plaats. Daarbij wordt door vergelijking met de full-versie achteraf aangegeven of de basisversie een marktwaarde uitkomst heeft gegeven die binnen acceptabele bandbreedte van de full-versie uitkomst ligt. Dit vormt input om de basisversie eventueel aan te passen. Deze inzichten zijn vanzelfsprekend nog niet bekend en niet meegenomen bij de totstandkoming van deze jaarrekening

Complexindeling
Om de marktwaardewaardering van het vastgoed in exploitatie te bepalen, zijn alle verhuureenheden opgedeeld in waarderingscomplexen. Een waarderingscomplex is een samenstel van verhuureenheden dat in principe bestaat uit vergelijkbare verhuureenheden voor wat betreft type vastgoed, bouwperiode en locatie, en dat als één geheel in verhuurde staat aan een derde partij kan worden verkocht. Alle verhuureenheden maken deel uit van een waarderingscomplex of zijn een afzonderlijk waarderingscomplex.

Doorexploiteer- en uitpondscenario
De geschatte toekomstige kasstromen worden bepaald op basis van de discounted cash flow (‘DCF’) methode. Voor woon- en parkeergelegenheden vindt de bepaling van de toekomstige inkomende en uitgaande kasstromen plaats aan de hand van enerzijds het doorexploiteer scenario en anderzijds het uitpondscenario, mede op basis van artikel 31 van het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (BTIV). De marktwaarde in verhuurde staat is op waarderingscomplex niveau bepaald op basis van de hoogste waardering van het doorexploiteer- of uitpondscenario, beide berekend op basis van de contante waarde van inkomende en uitgaande kasstromen.

Het doorexploiteerscenario veronderstelt dat verhuureenheden worden doorverhuurd, waarbij elk jaar bij een deel van de verhuureenheden de huurder verhuist. Bij de leegkomende verhuureenheden wordt verondersteld dat die eenheid opnieuw wordt verhuurd, waarbij de huur na mutatie wordt aangepast naar de potentiële huur op basis van de markthuur of de maximale huur op basis van het woningwaarderingstelsel. Aan het einde van een 15-jarige DCF-periode wordt een eindwaarde opgenomen. De kasstromen in de 15-jarige DCF-periode en deze eindwaarde worden vervolgens contant gemaakt naar balansdatum en opgeteld. De eindwaarde wordt bepaald op basis van de veronderstelling van doorexploiteren met een voortdurende looptijd, waarbij de afzonderlijke kasstromen zich ontwikkelen met de eigen groeivoet. 
Voor bedrijfsmatig en maatschappelijk vastgoed alsmede voor studentencomplexen, parkeergelegenheden en intramuraal zorgvastgoed is alleen het doorexploiteerscenario van toepassing. 

Het uitpondscenario veronderstelt dat verhuureenheden bij mutatie leeg worden verkocht. In tegenstelling tot het doorexploiteerscenario wordt de huur voor deze verhuureenheden niet aangepast, maar wordt daarvoor in de plaats de verwachte verkoopkasstroom opgenomen. Aan het einde van een 15-jarige DCF-periode wordt een eindwaarde van de nog niet verkochte verhuureenheden opgenomen. De kasstromen in de 15-jarige DCF-periode en deze eindwaarde worden vervolgens contant gemaakt naar balansdatum en opgeteld. De eindwaarde wordt bepaald op het verder uitponden van de aan het eind van het 15e jaar nog niet verkochte woongelegenheden, waarbij de mutatiekans met 50% wordt gehalveerd ten opzichte van de mutatiekans in het doorexploiteerscenario en wordt gerekend met een verouderingstoeslag van 100% voor het instandhoudingsonderhoud.


Herwaardering
Jaarlijks wordt op balansdatum de actuele waarde van het vastgoed in exploitatie opnieuw bepaald. (Ongerealiseerde) winsten of verliezen ontstaan door een wijziging in de actuele waarde worden verantwoord in de winst-en-verliesrekening. Wanneer op complexniveau de actuele waarde de boekwaarde op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs (kostprijs) overtreft, wordt een herwaarderingsreserve gevormd die wordt toegelicht bij het eigen vermogen. De boekwaarde op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs betreft de initiële verkrijgings- of vervaardigingsprijs (derhalve niet verminderd met cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen).

5.2.2 Toerekening van activa, verplichtingen, baten, lasten en kasstromen aan de DAEB-tak en de niet-DAEB-tak

Het vastgoed in exploitatie wordt op basis van het in 2017 door de Autoriteit woningcorporaties goedgekeurd definitief scheidingsvoorstel plus eventuele verkopen binnen de Toegelaten Instelling tussen de DAEB- en niet-DAEB-tak geclassificeerd naar DAEB- en niet-DAEB vastgoed. Voor de toerekening van activa, verplichtingen, baten, lasten respectievelijk kasstromen aan deze DAEB-tak of niet-DAEB-tak is de volgende methodiek toegepast:

  • Wanneer activa, verplichtingen, baten, lasten respectievelijk kasstromen volledig zien op DAEB- of niet-DAEB-activiteiten, zijn deze volledig aan de DAEB-tak respectievelijk niet-DAEB-tak toegerekend;
  • Wanneer deze zien op zowel DAEB- als niet-DAEB activiteiten, zijn deze op basis van een verdeelsleutel toegerekend. Deze verdeelsleutel is gebaseerd op het aandeel DAEB-verhuureenheden ten opzichte van het aandeel niet-DAEB-verhuureenheden.
  • Vorderingen, verplichtingen, baten, lasten respectievelijk kasstromen uit hoofde van vennootschapsbelasting worden toegerekend aan de DAEB- of niet-DAEB-tak op basis van op basis van de relatieve verdeling qua aantal verhuureenheden.

5.2.3 Beleidswaarde

De beleidswaarde sluit aan op het beleid van Dudok Wonen en beoogt inzicht te geven in de verdiencapaciteit van haar vastgoed in exploitatie, uitgaande van dit beleid. De grondslagen voor de beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie komen overeen met de grondslagen voor de bepaling van de marktwaarde, met uitzondering van:

  1. Enkel uitgaan van het doorexploiteerscenario, derhalve geen rekening houden met een uitpondscenario en geen rekening houden met voorgenomen verkopen van vastgoed in exploitatie.
  2. Inrekening van de intern bepaalde streefhuur in plaats van de markthuur, vanaf het ingeschatte moment van (huurders)mutatie.
  3. Inrekening van toekomstige onderhoudslasten, bepaald overeenkomstig het (onderhouds)beleid van de corporatie en het als onderdeel daarvan vastgestelde meerjaren onderhoudsprogramma voor het vastgoedbezit, in plaats van onderhoudsnormen in de markt.
  4. Inrekening van toekomstige verhuur- en beheerlasten in plaats van marktconforme lasten ter zake. Hieronder worden verstaan de directe en indirecte kosten die rechtstreeks zijn te relateren aan de verhuur- en beheeractiviteiten van de corporatie en zoals deze worden opgenomen onder het hoofd ‘lasten verhuur en beheeractiviteiten’ in de resultatenrekening. Voor zover afwijkend van de voor de bepaling van de marktwaarde in verhuurde staat gehanteerde uitgangspunten, zijn de gehanteerde uitgangspunten voor de toekomstige exploitatie - zoals toegepast voor de bepaling van de beleidswaarde van de activa in exploitatie - afgeleid van de meerjarenbegroting (ontwikkeling streefhuur, onderhoudslasten en de lasten van verhuur & beheer) en geënt op de wettelijke voorschriften opgenomen in RTiV artikel 15.

Dudok Wonen heeft hierbij uitgangspunten bepaald die mede van invloed zijn op de beleidswaarde. Wijzigingen van deze uitgangspunten zijn derhalve van invloed op deze waarde.

5.2.4 Onroerende zaken inzake Kopen naar Wens “voor 2013 en vanaf 2023” contracten (eigendomsparticipaties)

De onroerende zaken inzake Kopen naar Wens betreffen eigendomsparticipaties, die omvatten het bloot eigendom van de grond en van de opstal van het verkoopproduct “Kopen naar Wens”. Hierbij stelt Dudok Wonen de Koper in staat om op termijn, tegen geïndexeerde uitgestelde betaling, een Woning in (vol) eigendom te verwerven. De koper verwerft daarom in eerste instantie het recht van erfpacht op de grond en het recht van erfpacht op de opstal. De contracten betreffen de contracten welke voor 2013 of vanaf 2023 zijn afgesloten. 

De eigendomsparticipaties worden jaarlijks op basis van nominale waarde (uitgestelde betaling) geïndexeerd met de prijsindex bestaande koopwoningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De waardering voor de jaarrekening vindt plaats tegen actuele waarde op basis van een Discounted Cash Flow-methode (DCF). De waarde van de eigendomsparticipatie is verbonden aan de tijdsverwachting dat de Koper eventuele tussentijdse afkoop en de koopsom voor het verwerven van het bloot eigendom heeft voldaan.
De ontvangen koopsommen zijn tevens als ‘vooruitontvangen Koopsom Kopen naar Wens’ onder verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken – Kopen naar Wens bij de langlopende schulden opgenomen.

Waardemutatie:
De waardemutaties in onroerende zaken inzake Kopen naar Wens “voor 2013 en vanaf 2023” contracten worden in de winst-en-verliesrekening in de post niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verantwoord.

5.2.5 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie

Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreft projecten waarin nieuwbouw wordt ontwikkeld of projecten waarbij bestaand bezit door middel van sloop/nieuwbouw tot volledig nieuw vastgoed ontwikkeld wordt. Waardering vindt plaats tegen bestede kosten en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van de per project geschatte noodzakelijk geachte voorziening voor niet-gedekte kosten en risico’s op basis van de marktwaarde in verhuurde staat. Het zogeheten onrendabele deel wordt ten laste van de winst-en-verliesrekening verantwoord onder de post ‘overige waardeveranderingen van vastgoedportefeuille’.

Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend aan kwalificerende activa. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gewogen gemiddelde rentevoet van de aangetrokken leningen.

De noodzakelijk geachte voorziening wordt bepaald op het moment van aangaan van de feitelijke verplichtingen inzake investeringen nieuwbouw, woningverbetering en herstructurering. Voornoemde verplichtingen worden in de jaarrekening verwerkt op het moment dat deze kunnen worden gekwalificeerd als ‘intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd’. Hiervan is sprake wanneer uitingen door Dudok Wonen zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige nieuwbouw-, woningverbetering of herstructureringsprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het uitvoeringsbesluit in het besluitvormingsproces van Dudok Wonen.

Indien op projectniveau de opgenomen voorziening de geactiveerde kosten overschrijdt, wordt het project per saldo opgenomen onder de post voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen aan de creditzijde van de balans.

In het geval de geschatte marktwaarde in verhuurde staat van het project op een hoger niveau ligt dan de geschatte totale projectkosten vindt de toerekening van deze waardemutatie plaats naar rato van de verrichte prestaties bij de uitvoering van het project (‘percentage of completion’-methode) per balansdatum op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Deze waardemutaties worden rechtstreeks ten gunste of ten laste van de winst-en-verliesrekening in de post ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’ verantwoord.

Bij gereedkomen van vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie vindt overboeking van het gehele saldo plaats naar vastgoed in exploitatie. Bij deze overboeking wordt voor het bepalen van de verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs uitgegaan van de initiële verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs, zonder rekening te houden met waardeverminderingen.

5.3. Materiële vaste activa

5.3.1 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie

De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen.

De afschrijvingen op kantoorgebouwen, inventaris, automatisering en vervoermiddelen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur rekening houdend met de restwaarde bij einde gebruik. Op bedrijfsterreinen wordt niet afgeschreven.De volgende economische levensduur in jaren wordt gehanteerd:

  • Kantoorgebouwen: 40;
  • Inventaris:   8;
  • Automatisering:   5;
  • Vervoermiddelen:   5.

Onderhoudsuitgaven bij kantoorgebouwen worden geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Indien er geen sprake is van verlenging van de gebruiksduur worden de onderhoudsuitgaven ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht.

Bijzondere waardeverminderingen
Vaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief naar verwachting zal genereren.

Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen boekwaarde en de realiseerbare waarde.

5.4. Financiële vaste activa

5.4.1 Deelnemingen

Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde.

Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waarderingsgrondslagen van Dudok Wonen gehanteerd. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd.
Wanneer Dudok Wonen garant staat voor de schulden van de betreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door Dudok Wonen ten behoeve van deze deelneming.

Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere waarde.

De leningen aan niet-geconsolideerde deelnemingen worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.

De grondslagen voor overige financiële vaste activa zijn opgenomen onder paragraaf 9.10 Financiële instrumenten.
Dividenden worden verantwoord in de periode waarin zij betaalbaar worden gesteld. Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder financiële baten en lasten.

5.4.2 Latente belastingvordering(en)

Zie toelichting bij ‘9.3.2 Latente belastingvorderingen en- verplichtingen’.

5.4.3 Overige vorderingen

Onroerende zaken inzake Kopen naar Wens “van 2013 tot 2023” 102% contracten (eigendomsparticipaties)
Onroerende zaken inzake Kopen naar Wens hebben betrekking op de koopproducten Kopen naar Wens. 

Onder de onroerende zaken inzake Kopen naar Wens opgenomen eigendomsparticipaties omvatten het bloot eigendom van de grond en van de opstal van het verkoopproduct Kopen naar Wens, waarbij Dudok Wonen de Koper in staat stelt op termijn tegen geïndexeerde uitgestelde betaling een Woning in (vol) eigendom te verwerven. De koper verwerft daarom in eerste instantie het recht van erfpacht op de grond en het recht van erfpacht op de opstal.

De eigendomsparticipaties worden jaarlijks op basis van nominale waarde (uitgestelde betaling) geïndexeerd met de prijsindex bestaande koopwoningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De waardering vindt plaats tegen actuele waarde op basis van een Discounted Cash Flow-methode (DCF). De waarde van de eigendomsparticipatie is verbonden aan de tijdsverwachting dat de Koper eventuele tussentijdse afkoop en de koopsom voor het verwerven van het bloot eigendom heeft voldaan.

5.5. Vorderingen en effecten

De grondslagen voor de waardering van vorderingen en effecten zijn beschreven bij paragraaf 4.9 Financiële instrumenten.

5.6. Eigen Vermogen

Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als eigenvermogensinstrumenten, worden gepresenteerd onder het eigen vermogen.

Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als een financiële verplichting, worden gepresenteerd onder schulden. Rente, dividenden, baten en lasten met betrekking tot deze financiële instrumenten worden in de winst-en-verliesrekening verantwoord als kosten of opbrengsten.

Waardevermeerderingen van activa die worden gewaardeerd tegen actuele waarde worden opgenomen in het eigen vermogen als ongerealiseerde waardeveranderingen. De ongerealiseerde waardeverandering wordt gevormd per individueel actief en is niet hoger dan het verschil tussen de boekwaarde op basis van historische kostprijs en de actuele waarde. Als een actief wordt vervreemd, valt een eventueel aanwezige ongerealiseerde waardeverandering met betrekking tot dat actief vrij ten gunste van de overige reserves. Bij de bepaling van de ongerealiseerde waardeverandering is een bedrag voor latente belastingverplichtingen in mindering gebracht, berekend tegen het actuele belastingtarief.

5.7. Voorzieningen

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte betrouwbaar kan worden geschat. 
Voorzieningen worden, voor zover niet anders vermeld, tegen nominale waarde opgenomen.

5.7.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen

Voor de toelichting van de waarderingsgrondslag voor het bepalen van de voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen wordt verwezen naar paragraaf 5.2.5 ‘vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie’.
De voorziening voor onrendabele investeringen is gewaardeerd tegen nominale waarde.

5.7.2 Latente belastingvorderingen en -verplichtingen

Een voorziening voor latente belastingvorderingen en –verplichtingen wordt getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de activa en verplichtingen en hun belastinggrondslag. Hierbij wordt rekening gehouden met het feit in hoeverre er sprake is van (voorwaartse) verrekenbare verliescompensatie. De berekening van de latente belastingvorderingen en –verplichtingen geschiedt tegen de op het einde van het boekjaar geldende belastingtarieven of tegen de in komende jaren geldende tarieven, voor zover reeds bij wet vastgelegd.

Latente belastingvorderingen en –verplichtingen binnen dezelfde fiscale eenheid worden alleen gesaldeerd indien daartoe een afdwingbaar recht aanwezig is en het voornemen is om op netto basis af te rekenen.


Latente belastingvorderingen, met inbegrip van die voortvloeiend uit voorwaartse verliescompensatie, worden in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut, alsmede wanneer realisatie waarschijnlijk wordt geacht. Belastinglatenties worden op contante waarde gewaardeerd, waarbij discontering plaatsvindt tegen de netto-rente.

Latente belastingvorderingen (met een looptijd langer dan 1 jaar) zijn opgenomen onder financiële vaste activa; latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen.

5.7.3 Overige voorzieningen

Hieronder is onder meer de contractuele verplichting uit hoofde van de aangekochte woningen in het kader van de regeling ‘Verzilverd Wonen’ opgenomen. De verplichting bestaat uit het levenslange vruchtgebruik van de bewoner alsmede de hier aan gekoppelde onderhoudsverplichting. De verplichting is opgenomen tegen contante waarde van het verschil tussen de aankoopprijs bij vrije verkoop en de betaalde aankoopprijs. De vrijval vindt overeenkomstig de voorgecalculeerde exploitatie plaats.

De woning is juridische en economisch eigendom van Dudok Wonen en zij draagt daarom alle risico’s en is verantwoordelijk voor het onderhoud. Bij leegkomen wordt de woning verkocht. Op moment van verkoop (transportdatum) wordt het verkoopresultaat verantwoord. Het resultaat wordt berekend door de aankoopsom plus de niet ontvangen (fictieve) markthuur, gedurende de periode dat de woning bewoond werd, in mindering te brengen op de verkoopprijs.

Verder is er een voorziening voor te verwachte kosten in verband met claims van oud-medewerkers.

5.8. Langlopende schulden

De waardering van langlopende schulden is toegelicht onder paragraaf 9.10 Financiële instrumenten.

Voor de post verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken – Kopen naar Wens wordt verwezen naar paragraaf 9.8.2 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken – Kopen naar Wens “voor 2013 en vanaf 2023” contracten. 

5.9. Kortlopende schulden

De waardering van kortlopende schulden is toegelicht in de paragraaf 9.10 Financiële instrumenten.

6. Verdere uitwerking grondslagen voor bepaling resultaat

6.1. Huuropbrengsten

Hieronder zijn opgenomen de opbrengsten voortvloeiend uit de met huurders gesloten huurovereenkomsten. Huuropbrengsten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen gedurende de looptijd van de huurovereenkomst. De huren worden jaarlijks binnen de wettelijke kaders verhoogd in overeenstemming met het huurbeleid van Dudok Wonen. De huuropbrengsten worden toegerekend aan de periode waarop het contract betrekking heeft. 

6.2. Opbrengsten en lasten servicecontracten

De opbrengsten betreffen ontvangen bedragen van huurders ter dekking van gemaakte servicekosten. Jaarlijks vindt verrekening plaats op basis van de daadwerkelijke kosten. Deze kosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten. De opbrengsten servicecontracten worden toegerekend aan de periode waarop het contract betrekking heeft. 

6.3. Lasten verhuur en beheeractiviteiten

Hier worden zowel de directe lasten voor de verhuur en beheeractiviteiten als de indirecte lasten via de kostenverdeelstaat verantwoord.

6.4. Lasten onderhoudsactiviteiten

De onderhoudskosten voor dagelijks- en mutatieonderhoud en planmatig onderhoud worden ten laste van de exploitatie gebracht. Het dagelijks- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in de kosten van derden en de kosten van eigen dienst. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare uitgaven, waarbij het onderscheid is gebaseerd op de op 4 juli 2019  door het ministerie van Binnenlandse Zaken, de Autoriteit woningcorporaties en WSW gepubliceerde nieuwe definities gepubliceerd inzake de verwerking van uitgaven voor verbetering en onderhoud.

Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden.
Reeds aangegane verplichtingen, waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum, worden verwerkt onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen.

6.5. Overige directe operationele lasten exploitatie bezit

Hieronder worden de exploitatiekosten verantwoord die niet tot een meer specifieke kostensoort behoren.

6.6. Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille

De post Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de toerekenbare verkoop- en organisatiekosten en de geactiveerde waarde met betrekking tot het vastgoed. 
Opbrengst uit verkoop van vastgoed wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt als alle belangrijke rechten op economische voordelen alsmede alle belangrijke risico’s met betrekking tot de activa zijn overgedragen aan de koper, het bedrag van de opbrengst op betrouwbare wijze kan worden bepaald en ontvangst van de opbrengst waarschijnlijk is.

Op basis van deze criteria wordt onder deze post verantwoord: 

  • de verkoopopbrengst van vastgoed in exploitatie onder aftrek van verkoopkosten en de boekwaarde verantwoord. De boekwaarde is op basis van de marktwaarde. 
  • de opbrengstwaarde van verkocht vastgoed bestemd voor de verkoop (koopwoningen voor derden) onder aftrek van de gemaakte direct toerekenbare verkoopkosten en de vervaardigingsprijs en daaraan toegerekende directe kosten, dan wel de lagere opbrengstwaarde. 
  • verkoopopbrengst van onroerende zaken Kopen naar Wens onder aftrek van de boekwaarde. 

6.7. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille

Hieronder zijn begrepen de waardeveranderingen met betrekking tot de vastgoedportefeuille bestaande uit vastgoed in exploitatie, vastgoed in ontwikkeling, onroerende zaken inzake Kopen naar Wens “voor 2013 en vanaf 2023” en “2013 tot 2023” contracten en vastgoed bestemd voor verkoop. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen winsten of mogelijke verliezen, die ontstaan door een wijziging in de waarde van het vastgoed in het verslagjaar.

6.8. Netto resultaat overige activiteiten

Hieraan zijn de opbrengsten en kosten voor beheer voor derden, VvE-beheer en overige opbrengsten toegerekend.

6.9. Leefbaarheid

Onder deze post zijn leefbaarheidsuitgaven inzake sociale activiteiten en fysieke activiteiten opgenomen. 

De uitgaven inzake sociale activiteiten omvatten wijkgebonden uitgaven voor ondersteuning van bewonersinitiatieven, gebiedsgericht personeel (zoals leefbaarheidscoördinator, wijkbeheerder, huismeester), leefbaarheidsonderzoeken en uitgaven voor activiteiten zoals welkomstbijeenkomsten nieuwe bewoners, bestrijding woonoverlast, buurtbemiddeling, opvang van dak- en thuislozen, schuldsaneringen, tweede kansbeleid et cetera.

De uitgaven inzake fysieke activiteiten omvatten wijkgebonden uitgaven voor buurtcentra, bijzondere gebouwen (zoals wijksteunpunten, buurtposten, HOED), onderhoud groenvoorziening, speeltoestellen, beveiliging openbare ruimte, cameratoezicht, schoonmaakacties et cetera en uitgaven voor activiteiten zoals inbraakbeveiliging, brandpreventie, verlichting achterpad, afsluiting portieken et cetera.

6.10. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector

Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) heeft Dudok Wonen zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT.

6.11. Pensioenen

Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. 

Dudok Wonen heeft voor al haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers bouwen jaarlijks een pensioenrecht op over het loon van dat jaar (middelloonregeling). Naar de stand van ultimo december 2023 was de dekkingsgraad van het pensioenfonds (SPW) 128,8% (2022: 133,7%).
De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). Dudok Wonen betaalt hiervoor premies waarvan een deel op het salaris van de werknemers wordt ingehouden.

6.12. Leasing

Leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen verbonden aan de eigendom niet bij Dudok Wonen ligt, worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden op lineaire basis verwerkt in de winst-en-verliesrekening over de looptijd van het contract.

6.13. Belastingen

Dudok Wonen is met ingang van 1 januari 2008 integraal belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO). In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming.

Belastingen over de resultaten omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. De belastingen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen, behoudens voor zover deze betrekking hebben op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt.

De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, rekening houdend met de fiscale faciliteiten en de vaststellingsovereenkomst (VSO), berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten, en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting.

Voor latente belastingen wordt een vordering dan wel een voorziening getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten.

Er wordt uitsluitend een latente belastingvordering opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van het tijdelijke verschil dan wel compensabele verliezen kunnen worden aangewend. Latente belastingvorderingen worden per iedere verslagdatum herzien en verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd.

Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder vlottende activa of onder de financiële vaste activa indien de verwachte looptijd langer is dan een jaar. De latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen.


Latente belastingen worden verantwoord tegen de contante waarde tegen een disconteringsvoet na belasting die de actuele marktrente van Dudok Wonen weerspiegelt.

Saldering van latenties vindt plaats indien en voor zover Dudok Wonen bevoegd is tot saldering en simultane afwikkeling en tevens het stellige voornemen heeft om dit te doen.

6.14. Aandeel in het resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen

Het aandeel in het resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van Dudok Wonen in de resultaten van deze deelnemingen. Resultaten op transacties, waarbij overdracht van activa en passiva tussen Dudok Wonen en de niet-geconsolideerde deelnemingen en tussen niet-geconsolideerde deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd.

De resultaten van deelnemingen die gedurende het boekjaar zijn verworven of afgestoten worden vanaf het verwervingsmoment respectievelijk tot het moment van afstoting verwerkt in het resultaat van Dudok Wonen.

7. Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. Bij deze methode zijn alle ontvangsten en uitgaven direct gekoppeld aan de activiteiten.

De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen.

In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele-, investerings- en financieringsactiviteiten.

De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en rente-uitgaven (opgenomen onder operationele activiteiten).

8. Bepaling reële waarden financiële instrumenten

Een aantal grondslagen en toelichtingen in de jaarrekening van Dudok Wonen vereist de bepaling van de reële waarde van zowel financiële als niet-financiële activa en verplichtingen. Ten behoeve van waarderings- en informatieverschaffingsdoeleinden is de reële waarde op basis van de hierna genoemde methoden bepaald. Indien van toepassing wordt nadere informatie over de uitgangspunten voor de bepaling van de reële waarde vermeld bij het onderdeel van deze toelichting dat specifiek op het betreffende actief of de betreffende verplichting van toepassing is.

8.1. Handels- en overige vorderingen

De reële waarde van handels- en overige vorderingen benadert de contante waarde van de toekomstige kasstromen tegen actuele rentes vermeerderd met een gewogen gemiddelde opslag voor kredietrisico’s.

8.2. Derivaten

De reële waarde van rente derivaten wordt bepaald door discontering van de rentekasstromen, tegen actuele rentes waarin een opslag is opgenomen voor de relevante risico’s.

9. Toelichting op de geconsolideerde balans

9.1. Vastgoedbeleggingen (M1102)

9.1.1 DAEB vastgoed in exploitatie (M11028) en niet-DAEB vastgoed in exploitatie (M11020)

VASTGOEDBELEGGINGEN 12-31-2023 31-12-2022
DAEB vastgoed in exploitatie    
Marktwaarde per 1 januari 891.410 818.652
     
Mutaties    
- Investeringen 9.498 5.814
- Desinvesteringen -7.590 -18.076
- Overboeking naar vastgoed in ontwikkeling 0 -612
- Overboeking gereedgekomen activa ontwikkeling 10.197 23.603
- Overboeking DAEB vastgoed - niet-DAEB vastgoed 199 395
- Aankopen 604 1.076
- Overige mutaties 4 -1.562
- Niet-gerealiseerde waardeveranderingen -28.361 62.120
Totaal mutaties -15.449 72.758
     
Marktwaarde per 31 december 875.961 891.410
DAEB vastgoed in exploitatie (aantal)    
Aantal per 1 januari 5.474 5.507
     
Toe- of afname 20 -33
Aantal per 31 december 5.494 5.474
VASTGOEDBELEGGINGEN 31-12-2023 31-12-2022
Niet-DAEB vastgoed in exploitatie    
Marktwaarde per 1 januari 438.454 432.913
     
Mutaties    
- Investeringen 1.460 995
- Desinvesteringen -708 -2.739
- Overboeking gereedgekomen activa ontwikkeling - -1.117
- Overboeking DAEB vastgoed - niet-DAEB vastgoed -199 -395
- Aankopen en overig 468 830
- Overige mutaties 8 -99
- Niet-gerealiseerde waardeveranderingen -4.552 8.066
Totaal mutaties -3.523 5.541
     
Marktwaarde per 31 december 434.931 438.454
Niet-DAEB vastgoed in exploitatie (aantal)    
Aantal per 1 januari 2.830 2.886
     
Toe- of afname -9 -56
Aantal per 31 december 2.821 2.830

Algemeen
De actuele waarde van het DAEB vastgoed en niet-DAEB vastgoed in exploitatie is gebaseerd op de marktwaarde in verhuurde staat en bedraagt respectievelijk € 876,0 miljoen en € 434,9 miljoen. Het totaal van de waardering van het vastgoed in exploitatie bedraagt € 1.310,9 miljoen.

De marktwaarde in verhuurde staat is gebaseerd op beschikbare marktgegevens met inachtneming van de relevante feiten en omstandigheden van de markt waarop Dudok Wonen actief is. De aannames aangaande de geprognosticeerde kasstromen zijn gebaseerd op de contractuele verplichtingen van Dudok Wonen die rusten op het vastgoed. De overige (na de contractperiode in acht te nemen) aannames en uitgangspunten zijn gebaseerd op gegevens van de markt waarop zij actief is.

De actuele waarde is berekend met het taxatiemanagementsysteem van Ortec Finance TMS. Voor de Koop Goedkoop eenheden is de actuele waarde berekend met een eigen rekenmodel. De marktwaarderingen zijn tot stand gekomen met inachtneming van het waarderingsprotocol, de procesrichtlijnen en uitvoeringsrichtlijnen die door Dudok Wonen zijn opgesteld.

Voor de woningen en parkeerplaatsen is de basiswaardering gehanteerd conform het Handboek marktwaardering 2023. Het bedrijfsmatig en maatschappelijk vastgoed in exploitatie is, getaxeerd door een onafhankelijke en ter zake deskundige externe taxateur, ingeschreven bij het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs (NRVT).

Voor het bepalen van de marktwaarde maakt het rekenmodel gebruik van een Discounted Cash Flow-methode (DCF). Dit betekent dat voor een beschouwingsperiode van 15 jaar zo goed mogelijk de inkomsten en uitgaven worden geschat en dat deze aan de hand van een disconteringsvoet ‘contant’ worden gemaakt naar het heden. Daarnaast wordt een eindwaarde bepaald na afloop van de DCF-periode van 15 jaar.
Het inschatten van de inkomsten en uitgaven wordt gedaan aan de hand van twee scenario’s; doorexploiteren en uitponden, mede op basis van artikel 31 van het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (BTIV). 

Het handboek is de 29 maart 2024 update van de negende geactualiseerde versie van het handboek met als peildatum 31 december 2023. Deze actualisatie is in opdracht van de Autoriteit woningcorporaties uitgevoerd door Fakton mede op basis van sessies met woningcorporaties, accountants, taxateurs en de producenten van software voor marktwaardering. Bij de actualisatie is ook gebruik gemaakt van het validatie onderzoek dat in 2023 door ABF en Calcasa is uitgevoerd.
Deze actualisatie van het handboek geeft een basis voor de waardering op marktwaarde van het vastgoed in exploitatie op peildatum 31 december 2023. Deze waardering wordt in het kader van de jaarverslaggeving over het jaar 2023 hiermee aangeleverd.

Parameters
De belangrijkste gehanteerde parameters bij de bepaling van de marktwaarde van de woningportefeuille zijn:

  • disconteringsvoet gemiddeld van 5,82% (2022: 5,71%).
  • exit yield uitponden gemiddeld van 4,10% (2022: 4,46%).
  • exit yield doorexploiteren gemiddeld van 6,00% (2022: 4,40%).
  • vrije verkoopwaarde gemiddeld per eenheid € 293.828,- (2022: € 279.541,-).
  • contracthuur per eenheid gemiddeld per maand € 653,- (2022: € 653,-).
  • markthuur per eenheid gemiddeld per maand € 1.101,- (2022: € 1.149,-).

De belangrijkste gehanteerde parameters bij de bepaling van de marktwaarde van de BOG/MOG-portefeuille zijn:

  • disconteringsvoet gemiddeld van 7,75% (2022: 7,79%).
  • exit yield gemiddeld van 8,64% (2022: 8,57%).
  • contracthuur gemiddeld per m2 per jaar € 81,- (2022: € 93,-).
  • markthuur gemiddeld per m2 per jaar € 107,- (2022: € 92,-).

De belangrijkste gehanteerde parameters bij de bepaling van de marktwaarde van de parkeerplaatsen: 

  • disconteringsvoet gemiddeld 7,40% (2022: 6,77%).
  • exit yield gemiddeld 3,14% (2022: 4,39%).
  • contracthuur gemiddeld per maand € 59,- (2022: € 57,-).

De belangrijkste gehanteerde parameters bij de bepaling van de marktwaarde van de Koop Goedkoop eenheden:

  • disconteringsvoet 7,07% (2022: 6,43%)
  • exit yield 7,0% (2022: 7,00%)
  • canon gemiddeld per jaar € 2.149 (2022: € 1.979)
  • grondwaarde gemiddeld € 65.876 (2022: € 63.532)

Opbouw disconteringsvoet
De disconteringsvoet is de marktconforme rendementseis waartegen de verwachte inkomsten en uitgaven contant worden gemaakt. Deze disconteringsvoet wordt gebruikt om de huidige waarde van inkomsten en uitgaven in de toekomst te bepalen. Het Handboek marktwaardering 2023 bouwt de disconteringsvoet op in 3 onderdelen:

  • De risicovrije rentevoet. De hoogte van de risicoloze rentevoet wordt bepaald aan de hand van het 24-maands historisch gemiddelde van de 10-jaar EURO area yield curve gebaseerd op AAA rated staatsobligaties zoals gepubliceerd door de E.C.B. (Europese Centrale Bank) genomen. Voor 2023 bedraagt de basis-IRS 1,48% (2022: 0,09%).
  • De vastgoedsector specifieke opslag. De vastgoed sectorspecifieke opslag is een vastgoedsector gebonden risico-opslag, welke dient ter compensatie voor het extra risico dat wordt gelopen voor het investeren in vastgoed, ten opzichte van de risicovrije rente. De opslag bedraagt in 2023 5,59% (2022: 6,34%).
  • De opslag voor het markt- en objectrisico. Deze gecombineerde opslag is afhankelijk gesteld van bouwjaar, type verhuureenheid en regio.

De disconteringsvoeten van de woningen en parkeerplaatsen zijn bepaald op basis van het Handboek marktwaardering 2023. Voor het bedrijfsmatig en maatschappelijk vastgoed zijn deze per complex individueel bepaald.

De bandbreedte voor de disconteringsvoeten van Dudok Wonen is als volgt:

  • voor woningen: tussen 5,08% en 8,05% (2022: 5,39% en 7,43%);
  • voor BOG: tussen 6,00% en 10,00% (2022: 6,00% en 10,00%);
  • voor parkeerplaatsen: tussen 7,34% en 7,43% (2022: 6,70% en 6,79%);

Eindwaarde
Voor de woningen en parkeerplaatsen wordt de eindwaarde berekend op basis van het handboek. Deze eindwaarde is de marktwaarde van het complex aan het einde van het 15e jaar en is gelijk aan de contante waarde van de verwachte kasstromen die van het 16e exploitatiejaar worden verwacht. Deze waarde wordt vervolgens contant gemaakt met de gehanteerde disconteringsvoet naar de waardepeildatum en is zo onderdeel van de marktwaarde. 

Exit Yield
Voor het bepalen van de eindwaarde van het bedrijfsmatig en maatschappelijk vastgoed wordt de Exit Yield gebruikt. Het Exit Yield percentage bepaalt de eindwaarde van een complex aan het einde van de 15-jarige cashflow berekening. De eindwaarde wordt contant gemaakt tegen de gehanteerde disconteringsvoet. De Exit Yield moet feitelijk gezien worden als het aanvangsrendement over 15 jaar. Deze is daarmee dan ook afhankelijk van de status van het complex aan het eind van de beschouwde periode. Op individueel complexniveau zijn aspecten als huurpotentie, leeftijd en omvang van het complex aan het einde van de 15- jarige DCF periode bepaald. De Exit Yields zijn individueel ingeschat op complexniveau.

Overig
De op de markt, waarop Dudok Wonen actief is, gebaseerde aannames en uitgangspunten zijn voor het bedrijfsmatig en maatschappelijk vastgoed tot stand gekomen in samenwerking met een externe taxateur. Voor de woningen en parkeerplaatsen is de basiswaardering conform het Handboek marktwaardering 2023 gehanteerd.

Bij het bepalen van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • inflatie: voorgeschreven volgens het Handboek marktwaardering 2023 en gebaseerd op de meest recente prognoses van het Centraal Planbureau (CPB) en de Europese Centrale Bank (ECB);
  • vrije verkoopwaarde: afgeleid van de WOZ-waarde en berekend volgens het Handboek marktwaardering 2023;
  • markthuur: afgeleid van de vrije verkoopwaarde en extern marktadvies en berekend volgens het Handboek marktwaardering 2023;
  • exploitatiekosten: ontleend aan het Handboek marktwaardering 2023;
  • mutatiegraad: gebaseerd op 5-jaars voortschrijdend gemiddelde binnen een bandbreedte;
  • ontwikkeling vrije verkoopwaarde en markthuur van de woningen op basis van de economische parameters in het Handboek marktwaardering 2023;

Bij de bepaling van de marktwaarde in verhuurde staat is ook expliciet rekening gehouden met bestaande beklemmingen. Beklemmingen zijn beperkende afspraken die rechtstreeks rusten op het vastgoed, van invloed zijn op de marktwaarde in verhuurde staat en bij een eventuele overdracht naar een derde mee overgaan. Deze afspraken kunnen betrekking hebben op gemeentelijke afspraken, maar ook op wettelijke bepalingen.

De volgende vrijheidsgraden zijn toegepast bij de BOG-portefeuille:

  • markthuur: taxateur heeft voor alle taxatiecomplexen op basis van referentietransacties een inschatting gemaakt voor de passende markthuur;
  • exit yield: taxateur acht de modelmatige berekening die het Handboek marktwaardering 2023 voorschrijft voor de eindwaarde niet passend voor het betreffende heterogene vastgoed en heeft een eigen risico-inschatting gemaakt;• Disconteringsvoet: taxateur acht de modelmatige berekening die het Handboek marktwaardering 2023 voorschrijft voor de eindwaarde niet passend voor het betreffende heterogene vastgoed en heeft een eigen risico-inschatting gemaakt;
  • Mutatie- en verkoopkans: taxateur heeft o.b.v. kennis en ervaring een inschatting gemaakt van de mutatiekans.

Disconteringsvoet
De disconteringsvoet uit het Handboek marktwaardering 2023 toont slechts een beperkte variatie en houdt geen rekening met enkele belangrijke aspecten in de waardering van de vastgoedportefeuille. De disconteringsvoeten van de complexen zijn individueel bepaald waarbij rekening is gehouden met aspecten als vastgoedtype, het bouwjaar, de lengte van het huurcontract, een overhuur- of onderhuursituatie, locatieaspecten en de omvang van het object.

Exit Yield
De Exit Yield is afhankelijk van de status van het complex aan het eind van de beschouwde periode. Hiertoe zijn op individueel complexniveau aspecten als huurpotentie, leeftijd en omvang van het complex aan het einde van de 15- jarige DCF periode bepaald. De Exit Yields zijn individueel per complex ingeschat.

Waardeveranderingen op basis van marktwaarde in verhuurde staat:
De marktwaarde in verhuurde staat is in 2023 met € 19,0 miljoen afgenomen van € 1.329,9 miljoen naar € 1.310,9 miljoen. Deze waardeontwikkeling is opgebouwd uit:

  • investeringen van € 11,0 miljoen;
  • desinvesteringen (verkopen) van € -8,3 miljoen;
  • overboeking naar vastgoed in ontwikkeling van € 0,0 miljoen;
  • aankopen, opleveringen en overige mutaties van € 11,3 miljoen;
  • niet gerealiseerde waardeveranderingen van € -33,0 miljoen negatief.

De herwaarderingen ad € 33,0 miljoen negatief zijn het gevolg van nadere inschattingen van parameters en uitgangspunten bij de waardering op marktwaarde.

Bij de post vastgoedbeleggingen zijn 8.314 eenheden (2022: 8.304) opgenomen. De geschatte actuele waarde is gebaseerd op basis van de WOZ-beschikkingen (peildatum 1 januari 2023) van het vastgoed en bedraagt circa € 1,9 miljard (2022: 1,7 miljard).

De woningen zijn verzekerd tegen herbouwwaarde. Het bedrijfsonroerend goed is verzekerd tegen taxatiewaarde.

Hypothecaire zekerheden:
Het DAEB- en niet-DAEB vastgoed in exploitatie gekwalificeerd als vastgoedbelegging bij Dudok Wonen is (nagenoeg) geheel gefinancierd met leningen onder borging van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft hierbij het recht van eerste hypotheek. Dudok Wonen heeft hiervoor een volmacht aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw verstrekt. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw kan indien het dit noodzakelijk acht hypotheek op het onderpand leggen. Als gevolg hiervan zijn de onroerende en roerende zaken in exploitatie die met geborgde leningen zijn gefinancierd niet met hypothecaire zekerheden bezwaard.

De som van de herwaarderingen bedraagt per balansdatum € 723 miljoen (2022: € 764 miljoen).

Beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie

De beleidswaarde sluit aan op het beleid van Dudok Wonen en beoogt inzicht te geven in de verdiencapaciteit van het vastgoed in exploitatie. De beleidswaarde van het vastgoed in exploitatie bedraagt per balansdatum € 685 miljoen (2022: € 655 miljoen).

Het verschil tussen de marktwaarde en de beleidswaarde ultimo 2023 bestaat uit de volgende onderdelen:

VASTGOEDBELEGGINGEN 31-12-2023 31-12-2022
Van marktwaarde naar beleidswaarde    
Marktwaarde verhuurde staat 1.310.891 1.329.864
     
Beschikbaarheid (doorexploiteren) 179.547 183.488
Betaalbaarheid (huren) -383.221 -467.495
Kwaliteit (onderhoud) -312.016 -317.196
Beheer (beheerskosten) -110.698 -73.704
     
Beleidswaarde 684.503 654.957

Sensitiviteitsanalyse:

Voor de bepaling van de beleidswaarde zijn de voornaamste uitgangspunten (gemiddeld per woning teruggerekend) als volgt:

VASTGOEDBELEGGINGEN 31-12-2023 31-12-2022
Uitgangspunt voor:    
Disconteringsvoet doorexploiteren 5,50% 5,63%
Streefhuur per maand DAEB € 697 per woning € 668 per woning
Streefhuur per maand Niet DAEB € 1.006 per woning € 967 per woning
Streefhuur per maand Totaal € 775 per woning € 744 per woning
Lasten onderhoud en beheer per jaar € 4.380 per woning € 4.291 per woning

In onderstaande tabellen wordt aangegeven welk effect een positieve of negatieve aanpassing van deze uitgangspunten heeft op de beleidswaarde:

VASTGOEDBELEGGINGEN    
Effect op beleidswaarde:  Mutatie t.o.v. uitgangspunt  Effect op beleidswaarde
Disconteringsvoet 0,5% hoger 63 miljoen lager
Disconteringsvoet 0,5% lager 76 miljoen hoger
Streefhuur per maand € 25 hoger 25 miljoen hoger
Streefhuur per maand € 25 lager 36 miljoen lager
Lasten onderhoud per jaar € 100 hoger 23 miljoen lager
Lasten onderhoud per jaar € 100 lager 23 miljoen hoger
Lasten beheer per jaar € 100 hoger 23 miljoen lager
Lasten beheer per jaar € 100 lager 23 miljoen hoger

Marktwaarde
Woningcorporatie Stichting Dudok Wonen heeft gekozen voor de toepassing van de basisversie van het Handboek modelmatig waarderen van de vastgoedportefeuille. Dit betekent dat de waardering ten behoeve van de jaarrekening bepaald wordt zonder tussenkomst van een taxateur. Het handboek wordt jaarlijks geactualiseerd. In dit handboek wordt gesteld dat toepassing van de basisversie leidt tot een getrouwe weergave van de marktwaarde in verhuurde staat op portefeuilleniveau, toepassing van de full-versie leidt tot een getrouwe weergave op complexniveau.

Ieder jaar wordt na 1 juli het handboek gevalideerd op basis van de waarderingsuitkomsten van het bezit van corporaties die de full-versie toepassen, dat wil zeggen de waardering gebruikmakend van een externe taxateur op balansdatum van het daaraan voorafgaande boekjaar. Dit vormt input om de basisversie eventueel aan te passen. De validatie eis daarbij is dat voor ten minste 90% van de portefeuilles het verschil tussen de basiswaardering en full waardering beperkt moet blijven tot maximaal + of - 10%.

Uit het validatie-rapport met betrekking tot de waarderingen ultimo 2022 blijkt dat de basisversie 2022 tot een aanvaardbare marktwaardering op portefeuilleniveau heeft geleid, uitgaande van een taxatie-onzekerheid van + of - 10%. Uit het validatierapport blijkt dat jaarlijks aanpassingen noodzakelijk zijn in de uitgangspunten om tot een aanvaardbare waardering te komen. In corop regio Het Gooi en Vechtstreek bedraagt het validatie-effect conform de Fakton effectenrapportage d.d. 4 april 2024 circa 3% te hoog. Dit validatie-effect van 2022 is conform voorgaande jaren als mutatie in de marktwaarde in verhuurde staat in de jaarrekening 2023 verwerkt en bedraagt circa € 50,8 miljoen. In de finale versie van het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde 2023 d.d. 29 maart 2024 is de disconteringsvoet verhoogd, teneinde marktconformiteit van de marktwaarde in verhuurde staat te realiseren, waarbij geen aanpassing heeft plaatsgevonden van eventuele relevante andere uitgangspunten (zoals leegwaarde). De jaarlijkse mutatie van de marktwaarde welke tot uitdrukking komt in de jaarrekening (waardeverandering vastgoedportefeuille) bestaat derhalve onder meer uit de marktontwikkeling over 2023 enerzijds en de validatie-effecten anderzijds. 

De inzichten van de validatie 2023 zijn vanzelfsprekend nog niet bekend met betrekking tot de waardering volgens de basisversie naar de stand van 31 december 2023 en dan ook niet meegenomen bij de totstandkoming van deze jaarrekening.

Beleidswaarde
Voor de bepaling van de beleidswaarde is overeenkomstig de in de regelgeving voorgeschreven methodiek de disconteringsvoet uit het Handboek modelmatig waarderen gehanteerd. De disconteringsvoet 2023 is in het definitieve Handboek d.d. 29 maart 2024 voor de zogenaamde COROP-regio’s waarin de corporatie actief is ten opzichte van de eerdere versie van dit Handboek d.d. 31 januari 2024 positief bijgesteld, met respectievelijk 0,29%-punt. Als gevolg hiervan is de beleidswaarde negatief bijgesteld.  Deze bijstelling is doorgevoerd teneinde marktconformiteit van de waardering tegen marktwaarde in verhuurde staat te realiseren, waarbij om dit te bereiken geen aanpassing heeft plaatsgevonden van relevante andere uitgangspunten (zoals leegwaarde) anders dan de disconteringsvoet. Hiermee is de representativiteit van deze disconteringsvoet voor de bepaling van de beleidswaarde niet noodzakelijkerwijs gewaarborgd. Voor het potentiële effect hiervan op de beleidswaarde verwijzen wij naar de navolgend opgenomen sensitiviteitsanalyse, waaruit blijkt dat een gemiddelde mutatie van de disconteringsvoet met 0,5% leidt tot een materieel effect op de beleidswaarde van circa EUR 63 miljoen.

Hierbij dient opgemerkt te worden dat de bepaling van de beleidswaarde met ingang van 2024 ingrijpend zal wijzigen. Deze beleidswaarde zal reeds ten behoeve van de in het najaar aan te leveren prognose-informatie (dPi2024) moeten worden bepaald. Een onderdeel van de wijziging is de overgang van een disconteringsvoet die is afgeleid van de disconteringsvoet ten behoeve van de marktwaarde naar een sectorbreed toegepaste vaste disconteringsvoet. De nieuwe disconteringsvoet voor de beleidswaarde is vastgesteld op 4,11% voor de DAEB-portefeuille en 4,6% voor de niet-DAEB portefeuille. De in de beleidswaarde ultimo 2023 opgenomen disconteringsvoet bedraagt gemiddeld respectievelijk 5,84% voor de DAEB-portefeuille en gemiddeld 5,63% voor de niet-DAEB portefeuille. Hieruit blijkt dat de nieuwe beleidswaarde een significante aanpassing zal ondergaan, waarbij volledigheidshalve de aanpassing van de disconteringsvoet niet de enige aanpassing is. De Aw heeft door middel van een bericht d.d. 29 april 2024 aangegeven dat bij overschrijding van de financiële grenswaarden van woningcorporaties door de dalende beleidswaarde 2023 dit bij de Aw en Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) in deze periode niet direct tot bijsturingsmaatregelen leidt. Zij houden rekening met de nieuwe beleidswaarde voor 2024. Als gevolg van deze wijziging in uitgangspunten zal de normering van de ratio’s naar verwachting worden bijgesteld.

9.1.2 Onroerende zaken inzake Kopen naar Wens “voor 2013 en vanaf 2023” contracten (M11024)

VASTGOEDBELEGGINGEN 31-12-2023 31-12-2022
Eigendomsparticipaties (bedrag)    
Nominale waarde per 1 januari 72.192 65.183
     
Mutaties in het boekjaar:    
- Herrubricering - -
- Nieuw 1.545 -
- Afkoop -1.099 -1.857
- Indexering 2.659 8.866
Nominale waarde per 31 december 75.297 72.192
- Niet-gerealiseerde waardeveranderingen -49.358 -44.943
Stand per 31 december 25.938 27.249
Vooruit ontvangen bedragen ‘Kopen Naar Wens’ 36.109 34.560
Stand per 31 december 62.047 61.809
Eigendomsparticipaties (aantal)    
Stand per 1 januari 349 360
     
Mutaties in het boekjaar:    
- herrubricering   -
- Nieuw 14 -
- Afkoop -6 -11
Stand per 31 december 357 349

De actuele waarde van de eigendomsparticipaties is gebaseerd op de marktwaarde v.o.n. (vrij op naam). De waardering vindt plaats tegen actuele waarde op basis van een netto contante waarde berekening en bedraagt € 25,9 miljoen (2022: € 27,2 miljoen). Het totaal van de waardering van de eigendomsparticipaties inclusief de ‘vooruitontvangen bedragen’ bedraagt daarmee € 62,0 miljoen (2022: € 61,8 miljoen).

De actuele waarde is berekend met een eigen rekenmodel. De marktwaardewaarderingen zijn tot stand gekomen met inachtneming van het waarderingsprotocol, de procesrichtlijnen en uitvoeringsrichtlijnen die door Dudok Wonen zijn opgesteld. Voor het bepalen van de marktwaarde maakt het rekenmodel gebruik van de netto contante waarde van de toekomstige kasstromen. Voor de gehele verwachte looptijd worden de inkomsten en uitgaven, zo goed mogelijk geschat en aan de hand van een disconteringsvoet ‘contant’ gemaakt naar het heden. Het inschatten van de inkomsten en uitgaven wordt gedaan aan de hand van het scenario uitponden. De waarde van de eigendomsparticipatie is verbonden aan de tijdsverwachting dat de Koper eventuele tussentijdse afkoop en de koopsom voor het verwerven van het bloot eigendom heeft voldaan. De belangrijkste gehanteerde parameters bij de bepaling van de marktwaarde van de eigendomsparticipaties zijn:

  • disconteringsvoet van 7,1% (2022: 6,34%);
  • indexering van uitgestelde betalingen op basis van prijsindex bestaande koopwoningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS);
  • tussentijdse bijkopen is ingeschat op 1%;
  • de tijdsverwachting voor een tussentijdse afkoop is ingeschat op basis van inkomensstijging en discrepantie tussen regio index en de daadwerkelijke waardestijging;
  • jaarlijkse beheerkosten van € 158,- euro per participatie (2022: €153,-).

9.1.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie (M11021)

VASTGOEDBELEGGINGEN 31-12-2023 31-12-2022
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie    
Aanschafprijs 7.788 23.069
Cumulatieve waardeverminderingen -1.685 190
Boekwaarde per 1 januari 6.103 23.259
Verantwoord als voorziening onrendabele investeringen 315 -
Boekwaarde onder aftrek van voorziening per 1 januari 6.417 23.259
     
Mutaties    
- Investeringen 20.075 10.872
- Overboeking naar DAEB vastgoed in exploitatie -10.197 -26.153
- Overboeking naar niet-DAEB vastgoed in exploitatie - -
- Waardeveranderingen -3.418 -1.876
Totaal mutaties 6.460 -17.157
     
Aanschafprijs 17.666 7.788
Cumulatieve waardeverminderingen -5.103 -1.686
Balanswaarde per 31 december 12.562 6.102
Verantwoord als voorziening onrendabele investeringen 3.473 315
Boekwaarde onder aftrek van voorziening per 31 december 16.035 6.417

In het boekjaar werd ter zake van het vastgoed in ontwikkeling een bedrag ad € 0,48 miljoen aan bouwrente geactiveerd (2022: € 0,35 miljoen). Bij niet specifiek gefinancierde projecten werd een gemiddelde rentevoet gehanteerd van 2,87% (2022: 2,87%).

9.2. Materiële vaste activa (M1102)

9.2.1 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie (M11022)

MATERIELE VASTE ACTIVA Kantoor-gebouw Inventaris Automatisering Vervoer-middelen Totaal
Onroerende zaken en roerende zaken ten dienste van de exploitatie          
Verkrijgingsprijzen 11.253 128 1.250 - 12.631
Cumulatieve afschrijvingen -2.545 -52 -688 - -3.285
           
Boekwaarde per 1 januari 8.708 76 562 - 9.346
Mutaties in het boekjaar:          
- Investeringen  - 81 501 582
- Desinvesteringen (aanschafwaarde) -468  - -468
- Desinvesteringen (gecorrigeerde afschrijving)        
- Afschrijvingen -253 -18 -203 -474
Totale mutaties -721 63 298 -360
           
Verkrijgingsprijzen 10.785 209 1.751 12.745
Cumulatieve afschrijvingen -2.798 -70 -891 -3.759
Boekwaarde per 31 december 7.987 139 860 8.986

De WOZ-waarde van de onroerende zaken ten dienste van de exploitatie bedraagt € 2,7 miljoen (2022: € 2,6 miljoen).

9.3. Financiële vaste activa (M1103)

9.3.1 Andere deelnemingen (M11033)

FINANCIËLE VASTE ACTIVA 31-12-2023 31-12-2022
Andere deelnemingen    
Aandeel WoningNet N.V.    
Beginwaarde per 1 januari 2 2
- Mutaties in boekjaar - -
Eindwaarde per 31 december 2 2

Dudok Wonen heeft een belang in WoningNet NV. Dit betreft een 75% storting op een aandeel in WoningNet. WoningNet werd in 2001 opgericht om corporaties optimaal te ondersteunen bij het verhuren van hun woningen.

9.3.2 Latente belastingvordering(en) (M11035)

Zie voor de toelichting op de latente belastingpositie 9.7.1 Latente belastingverplichting (M11072).

9.3.3 Overige vorderingen (M11039)

FINANCIËLE VASTE ACTIVA 31-12-2023 31-12-2022
Overige vorderingen    
Vorderingen Kopen naar Wens “vanaf 2013 tot 2023” 102% contracten 15.406 16.788
Amortisatie leningen 11.813 12.138
Stand per 31 december 27.219 28.926

Vorderingen Kopen naar Wens “vanaf 2013 tot 2023” 102% contracten

FINANCIËLE VASTE ACTIVA 31-12-2023 31-12-2022
Vorderingen Kopen naar Wens (bedrag)    
Nominale waarde per 1 januari 36.969 26.740
Mutaties in het boekjaar:    
- Nieuw 612 5.990
- Afkoop -675 -784
- Indexering -1.742 5.023
Nominale waarde per 31 december 35.164 36.969
- Niet-gerealiseerde waardeveranderingen -19.758 -20.181
Stand per 31 december 15.406 16.788
Vorderingen Kopen naar Wens (aantal)    
Stand per 1 januari 258 214
Mutaties in het boekjaar:    
- Nieuw 6 51
- Afkoop -5 -7
Stand per 31 december 259 258

De actuele waarde van de vorderingen Kopen naar Wens is gebaseerd op de reële waarde. Dit is de contante waarde van de in te toekomst te ontvangen betalingen, waarbij de disconteringstermijn wordt ingeschat op basis van de verwachte gemiddelde bewoningsduur tot afname van het erfpachtrecht. De waardering bedraagt € 16,8 miljoen.

De actuele waarde is berekend met een eigen rekenmodel. De marktwaardewaarderingen zijn tot stand gekomen met inachtneming van het waarderingsprotocol, de procesrichtlijnen en uitvoeringsrichtlijnen die door Dudok Wonen zijn opgesteld.

Voor het bepalen van de marktwaarde maakt het rekenmodel gebruik van de netto contante waarde van de toekomstige kasstromen.

Voor de gehele verwachte looptijd worden de inkomsten en uitgaven, zo goed mogelijk geschat en aan de hand van een disconteringsvoet ‘contant’ gemaakt naar het heden.

Het inschatten van de inkomsten en uitgaven wordt gedaan aan de hand van het scenario uitponden. De waarde van de eigendomsparticipatie is verbonden aan de tijdsverwachting dat de Koper eventuele tussentijdse afkoop en de koopsom voor het verwerven van het bloot eigendom heeft voldaan.

De belangrijkste gehanteerde parameters bij de bepaling van de marktwaarde van de eigendomsparticipaties zijn:

  • disconteringsvoet van 4,53% (2022: 4,8%);
  • indexering van uitgestelde betalingen op basis van prijsindex bestaande koopwoningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS);
  • tussentijdse bijkopen is ingeschat op 1,3% (2022: 1,3%);
  • de tijdsverwachting voor een tussentijdse afkoop is ingeschat op basis van inkomensstijging en discrepantie tussen regio index en de daadwerkelijke waardestijging;
  • Jaarlijkse beheerkosten van € 158,- euro per participatie (2022: € 153,-).

Amortisatie leningen

FINANCIËLE VASTE ACTIVA 31-12-2023 31-12-2022
Amortisatie leningen    
Nominale waarde per 1 januari 12.138 12.463
Mutaties in het boekjaar:    
- toevoegingen - -
- Aflossing/afschrijving -325 -325
Stand per 31 december 11.813 12.138

In 2019 heeft Dudok Wonen besloten tot de doorzak van derivaat in een vastrentende lening. Hierdoor is een vervangende lening ontstaan met een hogere rente dan de op dat moment geldende marktrente. Zodoende ontstond een verschil tussen marktwaarde en de nominale waarde. Dit verschil is als geamortiseerde kostprijs onder overige vorderingen opgenomen.

9.4. Vorderingen (M1112)

9.4.1 Huurdebiteuren (M11120)

VORDERINGEN 31-12-2023 31-12-2022
Huurdebiteuren    
Huurdebiteuren 914 658
Voorziening dubieuze huurdebiteuren -416 -328
Stand per 31 december 498 330

De vorderingen zijn opgenomen tegen nominale waarde, rekening houdend met een voorziening voor mogelijke oninbaarheid. De voorziening is gebaseerd op een ouderdomsanalyse van de openstaande vorderingen.

9.4.2 Belastingen en premies sociale verzekeringen (M11164)

VORDERINGEN 31-12-2023 31-12-2022
Belastingen en premies sociale verzekeringen    
Te vorderen vennootschapsbelasting 3.328 5.222
Stand per 31 december 3.328 5.222

9.4.3 Overige vorderingen (M11126)

VORDERINGEN 31-12-2023 31-12-2022
Overige vorderingen    
Overige debiteuren 26 512
Waarborgsommen 262 262
Overige vorderingen 68 73
Af te rekenen servicekosten 891 -
Stand per 31 december 1.247 847

Af te rekenen servicekosten
I.v.m. exorbitante prijsstijgingen van de nutsvoorzieningen is er in 2023 een vordering ontstaan van de nog af te rekenen servicekosten.

Overige debiteuren
De overige debiteuren bestaan voornamelijk uit vorderingen met betrekking tot nieuwbouw verkoop. 

Overige vorderingen
Onder de overige vorderingen zijn geen posten opgenomen met een looptijd langer dan een jaar.

9.4.4 Overlopende activa (M11127)

Onder de overlopende activa zijn geen posten opgenomen met een looptijd langer dan een jaar.

9.5. Liquide middelen (M1114)

LIQUIDE MIDDELEN 31-12-2023 31-12-2022
Liquide middelen    
Vrij opneembare banktegoeden 12.576 32.548
Stand per 31 december 12.576 32.548

9.6. Eigen Vermogen (M1105)

Voor de toelichting op het eigen vermogen wordt verwezen naar paragraaf 14.4 Eigen vermogen.

9.7. Voorzieningen (M1107)

9.7.1 Latente belastingverplichting (M11072)

VOORZIENINGEN 31-12-2023 31-12-2022
Latente belastingverplichting    
Beginwaarde per 1 januari 2.259 -4.727
Mutaties in het boekjaar:    
- Toename/Vrijval ten laste van winst- en verliesrekening -71 6.986
     
Eindwaarde per 31 december 2.188 2.259

De belasting latenties zijn berekend over tijdelijk verrekenbare verschillen uit hoofde van waardering van vastgoedbeleggingen, onroerende zaken – kopen naar wens, leningen, alsmede de herinvesteringsreserve en de voorwaartse verliescompensatie. De post belasting latenties betreft de tot waardering gebrachte tijdelijke belastbare verschillen ad € 2,2 miljoen (2022: 2,3 miljoen tijdelijke verrekenbare verschillen) en bestaat in 2023 uit de volgende onderdelen:

  • De verrekenbare tijdelijke verschillen: De disagio waardering lening portefeuille € 0,4 miljoen (2022: € 0,3 miljoen).
  • De belastbare tijdelijke verschillen: De voorziening grootonderhoud € 2,5 miljoen (2022: € 2,5 miljoen).

De belastingdienst is in bezwaar akkoord gegaan met een dotatie aan de onderhoudsvoorziening ad € 9.930.251. De Belastingdienst heeft in dit kader een VSO gesloten met Dudok. In de VSO is afgesproken dat de voorziening voor 50% van de berekende waarde kan worden gevormd en dat 
deze wordt bevroren tot en met het jaar 2025. 
Van de vorderingen is een bedrag ad € 0,03 miljoen (2022: € 0,3 miljoen) naar verwachting verrekenbaar binnen 1 jaar.

Nadere toelichting per onderdeel van de belastinglatentie inzake tijdelijke verschillen:

  • Vastgoedbeleggingen die in de komende jaren naar verwachting blijvend zullen worden verhuurd en waarvan de commerciële waarde per complex verschilt van de fiscale waarde. Het verschil bedraagt € 318 miljoen (2022: € 341 miljoen). Er wordt voor dit verschil geen latentie gevormd omdat dit vastgoed fiscaal niet afwikkelt. De fiscale waarde van dit vastgoed betreft een bedrag van € 993 miljoen (2022: € 989 miljoen). De commerciële waarde van dit vastgoed betreft een bedrag van € 1.312 miljoen (2022: € 1.329 miljoen). De nominale latente belastingvordering bedraagt € 82 miljoen (2022: € 88 miljoen), zijnde 25,8% over het verschil tussen fiscale waarde en boekwaarde.
  • Het verschil inzake de vastgoedbeleggingen in exploitatie waarvan verwacht wordt dat deze in de komende vijf jaar worden verkocht bedraagt € 7,4 miljoen (2022: € 2,8 miljoen). De nominale waarde van de latente belastingverplichting bedraagt € 1,9 miljoen (2022: € 0,7 miljoen). Omdat bij verkoop gebruik wordt gemaakt van de herinvesteringsreserve, er sprake is van fiscale boekwinst bij verkoop, en wordt voldaan aan RJ272.405 wordt voor dit verschil geen latentie gevormd.
  • Het tijdelijke verschil inzake onroerende zaken verkocht onder voorwaarden bedraagt € 26,7 miljoen (2022: € 25,1 miljoen). De fiscale waarde is hoger dan de boekwaarde. Gelet op het ontbreken van de beschikkingsmacht bij Dudok Wonen inzake het moment van uitkoop is dit tijdelijke verschil niet in de balans gewaardeerd. De latente belastingverplichting bedraagt € 6,8 miljoen (2022: € 6,5 miljoen).
  • De belastingdienst is in bezwaar akkoord gegaan met een dotatie aan de onderhoudsvoorziening ad € 9.930.251. De Belastingdienst heeft in dit kader een VSO gesloten met Dudok. In de VSO is afgesproken dat de voorziening voor 50% van de berekende waarde kan worden gevormd en dat deze wordt bevroren tot en met het jaar 2025.

9.7.2 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen (M11073)

Voor de toelichting van de voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen wordt verwezen naar paragraaf 9.1.3 ‘vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie’.

De voorziening onrendabele investeringen heeft een looptijd van korter dan 1 jaar.

9.7.3 Overige voorzieningen (M11074)

In 2023 heeft Dudok Wonen 2 verzilverde woning (2022:1) verkocht. In totaal heeft Dudok Wonen ultimo 2023 9 verzilverde woningen (2022:11) in haar bezit. 

Onder de overige voorzieningen is een bedrag van € 0,1 miljoen opgenomen inzake claims van oud-medewerkers. Het bedrag van de voorziening dat naar verwachting binnen 1 jaar afwikkelt bedraagt € 0. Het bedrag van de voorziening dat naar verwachting na meer dan 5 jaar afwikkelt bedraagt € 0.

9.8. Langlopende schulden (M1108)

9.8.1 Schulden/leningen overheid (M11080) en kredietinstellingen (M11081)

LANGLOPENDE SCHULDEN 31-12-2023 31-12-2022
Leningen kredietinstellingen    
Balans per 1 januari 237.428 240.934
Mutaties:    
- Bij: nieuwe leningen (initieel gewaardeerd tegen reële waarde, 12.500 20.000
vervolgwaardering tegen geamortiseerde kostprijs)
- Af: contract aflossingen -25.546 -23.178
- Bij: geamortiseerde rente - 87
- Af: afschrijving agio -415 -415
Sub totaal 223.967 237.428
     
Af: aflossingsverplichting komend jaar -2.970 -2.961
Balans per 31 december 220.997 234.467

De aflossingsverplichting (totaal € 3,0 miljoen) binnen 12 maanden na afloop van het jaar is opgenomen onder kortlopende schulden.

De kenmerken van de leningenportefeuille zijn als volgt:

  • De gewogen gemiddelde rentevoet van het totale bestand aan leningen bedraagt 2,92% (2022: 2,83%).
  • De gewogen gemiddelde looptijd van de leningenportefeuille excl. rollover leningen bedraagt 18,3 jaar (2022: 19,2 jaar) en incl. rollover leningen 16,2 jaar (2022: 17,6 jaar).
  • De duration van de leningenportefeuille excl. rollover leningen bedraagt 11,4 jaar (2022: 10,4 jaar) en incl. rollover leningen 10,0 jaar (2022: 8,7 jaar).
  • De leningen van de overheid en kredietinstellingen zijn volledig ter financiering van vastgoed en zijn volledig voor € 208,3 miljoen (2022: voor € 221,4 miljoen) geborgd door het WSW. 
LANGLOPENDE SCHULDEN - Leningen kredietinstellingen 31-12-2023 31-12-2022
Looptijd    
< 1 jaar 2.970 2.961
1-5 jaar 52.767 43.125
> 5 jaar 168.230 191.342
Balans per 31 december 223.967 237.428
LANGLOPENDE SCHULDEN - Leningen kredietinstellingen Aantal
31-12-2023
Bedrag
31-12-2023
Aantal
31-12-2022
Bedrag
31-12-2022
Soorten leningen        
Vastrentende leningen 25 171.467 25 174.428
Variabel rentende leningen 6 27.500 4 38.000
Extendible leningen 1 25.000 1 25.000
Balans per 31 december 32 223.967 30 237.428

Vastrentende leningen
De rente van de vastrentende leningen is of voor de gehele looptijd gefixeerd of tot het renteherzieningsmoment.

Variabel rentende leningen
Ultimo 2023 zijn er 6 variabel rentende leningen (zogeheten roll-over leningen) met in totaal een hoofdsom van € 38 miljoen. Hiervan is per 31 december 2023 € 27,5 miljoen opgenomen. Voor deze roll-over leningen geldt een variabele rente gebaseerd op 3-maands of 6-maands Euribor plus opslag. Met het doel het renterisico op deze leningen te beperken is een renteswap afgesloten ter dekking van nominaal € 25 miljoen. Deze afgeleide financiële instrumenten worden in paragraaf 9.11.4 nader toegelicht.

Extendible lening 
Als gevolg van de uitoefening van swaption is de embedded swaption komen te vervallen ultimo 2022. De negatieve waarde van € 14,7 miljoen ultimo is in 2022 vrijgevallen ten gunste van het renteresultaat.

De extendible moet worden gezien als twee afzonderlijke instrumenten: de ‘kale’ lening en de geschreven receiver swaption. Voor alle financiële instrumenten geldt dat de eerste waardering gelijk is aan de reële waarde. Op grond hiervan is eerst de reële waarde van de swaption bepaald. Het restant met de reële waarde van de extendible lening als geheel wordt vervolgens geacht de reële waarde van de lening te zijn.

De initiële reële waarde van de swaption is gelijk aan de impliciet (te) ontvangen premie voor de swaption. Doorgaans komt dit bij een extendible lening tot uitdrukking in een lager dan marktconform rentepercentage (te zien als rentekorting) in de eerste periode van de lening. De reële waarde is dus gelijk aan de contante waarde van deze rentekorting.

De initiële reële waarde van de renteswap op het afsluitmoment is bepaald op € 0,97 miljoen negatief. Dit betekent dat de reële waarde van de lening € 24,03 miljoen bij afsluiten bedroeg. Het totaalbedrag bedroeg nominaal € 25,0 miljoen.

De rentelast in de winst- en verliesrekening met betrekking tot de extendible in 2023 bedraagt € 1,140 miljoen (2022: € 1,12 miljoen). 

Renterisico bij herfinanciering
Het rente- en looptijdenbeleid is erop gericht jaarlijks niet meer dan 15% renterisico bij herfinanciering te lopen. Het renterisico (in % van de restant hoofdsom aan het begin van het jaar) wordt berekend als de som van:

  • Het bedrag aan aflossingen van leningen in een jaar, vermeerderd met
  • De restant hoofdsom van rentetypisch langlopende financiering die in een jaar een renteaanpassing krijgen, én
  • De hoofdsom van rentetypisch kortlopende financiering (zijnde variabel rentende leningen) die in een jaar minimaal één renteaanpassing krijgen, waarbij 
  • Spread- of opslagherzieningen voor de helft van het nominale schuldrestant worden meegewogen.

Op basis van de bestaande leningenportefeuille in de toegelaten instelling ziet het renterisico er per ultimo 2023 als volgt uit:

Uit de grafiek blijkt, dat de interne renterisiconorm van 15% over het uitstaande schuldenrestant in een aantal jaren wordt overschreden. De verhouding tussen omvang van de schuldpositie en de mutaties daarop spelen een grote rol. Als gevolg van de doorzak van het rentederivaat en de lager dan verwachte ontwikkeling van de financieringsbehoefte is de totale nominale schuldpositie in 2023 gedaald. Dit is van invloed op het relatieve renterisico, dat uitsluitend als gevolg van de lagere schuldenpositie is toegenomen. Het absolute renterisico is niet toegenomen. Bij een toename van de schuldpositie zal het renterisico dalen. Dudok Wonen ziet daarom geen aanleiding op korte termijn het renterisico te verlagen. 
De grafiek ‘Rente-exposure bestaande leningenportefeuille’ geeft de langjarige ontwikkeling weer. De WSW-renterisiconormering van 15% inzake het maximaal toegestane rente-exposure is vanaf 2017 niet meer van toepassing verklaard op het niveau van de individuele woningcorporatie. WSW monitort deze norm wel op sectorniveau en hanteert deze norm bij de weging van de business risks bij de individuele woningcorporatie. 

LANGLOPENDE SCHULDEN - Leningen kredietinstellingen 31-12-2023 31-12-2022
Partijen    
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten 158.019 158.957
Nederlandse Waterschapsbank N.V. 31.881 43.138
Overige bankinstellingen (alleen Nederlands) 26.067 27.000
Financiële instellingen (niet zijnde banken) 8.000 8.333
Balans per 31 december 223.967 237.428

De reële waarde van de leningen wordt gedefinieerd als de contante waarde van de leningenportefeuille waarbij een disconteringsvoet gebaseerd op de rentecurve van de 6-maands Euribor. In paragraaf 9.10.5 is de reële waarde van de leningenportefeuille opgenomen.

Kredietinstellingen
In het verslagjaar werd 1 nieuwe lening aangetrokken met een looptijd van meer dan één jaar.

9.8.2 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken – Kopen naar Wens “voor 2013 en vanaf 2023” contracten (M11084)

LANGLOPENDE SCHULDEN 2023 2022
Overige schulden - Vooruit ontvangen bedragen ‘Kopen Naar Wens’    
Stand per 1 januari 34.561 35.632
Mutaties in het boekjaar:    
- Vooruit ontvangenbedragen 2.430 -
- Afkoop -883 -1.071
     
Stand per 31 december 36.109 34.561
KOPEN NAAR WENS 2023 2022
Aantal mutaties in het jaar:    
Stand per 1 januari 349 360
     
Mutaties in het boekjaar:    
- Nieuw 14 -
- Afkoop -6 -11
Stand per 31 december 357 349

Hier zijn de vooruit ontvangen bedragen ‘Kopen naar Wens’ opgenomen. Deze dienen in relatie gezien te worden met de eigendomsparticipaties (paragraaf 9.1.2).
Nagenoeg alle ‘Kopen naar Wens’ koopproducten zijn door de kopers gefinancierd met een hypothecaire lening onder voorwaarde van Nationale Hypotheekgarantie (NHG). Het Waarborgfonds Eigen Woningen garandeert dat NHG van toepassing is onder voorwaarde dat Verkoper (Dudok Wonen) bij dreigende executie de woning terugkoopt tegen de dan geldende marktwaarde, onder verrekening van de eigendomsparticipatie.

9.8.3 Overige schulden (M11083)

LANGLOPENDE SCHULDEN 31-12-2023 31-12-2022
Overige schulden - Waarborgsommen    
Stand per 1 januari 683 702
Mutaties in het boekjaar:    
- Toevoegingen 81 69
- Onttrekkingen -122 -88
Stand per 31 december 642 683
Overige schulden - Embedded    
Stand per 1 januari - 14.660
Mutaties in het boekjaar:    
- Toevoegingen - -
- Ontrekkingen - -14.660
Stand per 31 december - -
TOTAAL - -

De overige schulden betreffen de van huurders ontvangen waarborgsommen uit hoofde van huurovereenkomsten en dienen als eerste zekerheid voor de voldoening van eventueel verschuldigde achterstallige huur en mutatiekosten. De waarborgsommen zijn inclusief rente en worden bij beëindiging van de huurovereenkomst verrekend.
De waarborgsommen hebben een looptijd langer dan een jaar. 

De post “embedded” is als gevolg van het uitoefenen van de in 9.8.1 vermelde receiver swaption vervallen.

9.9. Kortlopende schulden (M1116)

9.9.1 Schulden aan kredietinstellingen (M11160)

KORTLOPENDE SCHULDEN 31-12-2023 31-12-2022
Schulden aan kredietinstellingen    
Kortlopend deel van de langlopende leningen 2.970 2.961
Stand per 31 december 2.970 2.961

Dudok Wonen heeft daarnaast ultimo 2023 bij de Bank Nederlandse Gemeenten een rekening courantfaciliteit ter grootte van € 10 miljoen (2022: € 10 miljoen). Zie ook paragraaf 9.10.2.

9.9.2 Schulden ter zake van belastingen, premies van sociale verzekeringen en pensioenen (M11164 en M11165)

KORTLOPENDE SCHULDEN 31-12-2023 31-12-2022
Belastingen, premies van sociale verzekeringen en pensioenen    
Te betalen BTW 2.226 1.117
Loonheffing en sociale lasten 157 184
Ter zake van pensioenen 47 44
Stand per 31 december 2.430 1.345

9.9.3 Overige schulden (M11167)

KORTLOPENDE SCHULDEN 31-12-2023 31-12-2022
Overige schulden    
Serviceabonnement 43 85
Af te rekenen leveringen en diensten - 278
Reserveringen vakantie uren 195 196
Diversen 2 2
Stand per 31 december 240 561

9.9.4 Overlopende passiva (M11168)

KORTLOPENDE SCHULDEN 31-12-2023 31-12-2022
Overlopende passiva    
Niet vervallen rente 2.863 2.885
Vooruit ontvangen huren 849 749
Diversen 745 516
Stand per 31 december 4.457 4.150

9.10. Financiële instrumenten

9.10.1 Algemeen

Dudok Wonen maakt in de normale bedrijfsuitoefening conform haar treasurystatuut gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die Dudok Wonen blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s en derivaten die deze afdekken. Het betreft per balansdatum een interest derivaat om toekomstige kasstromen af te dekken.

Dudok Wonen handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken; de instrumenten zijn defensief ingezet. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van de aan Dudok Wonen verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s.

9.10.2 Kredietrisico

Dudok Wonen loopt kredietrisico over financiële vaste activa en vorderingen. 

Het maximale kredietrisico inzake vorderingen bedraagt € 1,7 miljoen. De vorderingen van Dudok Wonen uit hoofde van huurdebiteuren ad € 0,5 miljoen zijn gespreid over een groot aantal huurders.

De liquide middelen per 31 december 2023 zijn verdeeld over BNG Bank, Rabobank en ING Bank. Er staat per saldo € 5,7 miljoen op rekeningen bij BNG Bank. Bij Rabobank staat € 6,5 miljoen uit en bij ING staat € 0,4 miljoen uit. Deze banken hadden alle per 31 december 2023 een rating van A of hoger bij de kredietbeoordelaars S&P, Moody’s en Fitch.

9.10.3 Renterisico en kasstroomrisico

Dudok Wonen loopt renterisico over de rentedragende vorderingen en schulden. Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt Dudok Wonen risico ten aanzien van de toekomstige kasstromen, met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Dudok Wonen risico’s over de marktwaarde. 

De gemiddelde rentevoet op de leningenportefeuille bedraagt 2,92%. In de periode 2024- 2028 wordt € 54,0 miljoen afgelost. Op basis van de gemiddelde rentevoet dalen de rentelasten in 2028 als gevolg van de aflossingen met circa € 1,6 miljoen. Daarnaast wordt in de periode 2024 – 2028 voor € 30 miljoen de rente herzien.  De herfinancieringsbehoefte in de periode 2024- 2028 bedraagt € 43 miljoen. Op basis van de huidige gemiddelde rentevoet bedragen de rentelasten voor de herfinancieringsbehoefte € 1,26 miljoen in 2028. Bij een structurele stijging van de rentevoet met 1% ten opzichte van de gemiddelde rentevoet, dus naar 3,92%, bedraagt het renterisico van herfinancieringsbehoefte in 2028 € 0,43 miljoen per jaar. Het renterisico over de renteherzieningen bedraagt € 0,28 miljoen per jaar.

Zie voor een nadere toelichting inzake de renteherzienings- en aflossingsmomenten, ‘concentratie liquiditeitsrisico’ onder punt 9.8.1.

9.10.4 Concentratie liquiditeitsrisico

Uit onderstaande opstelling blijkt dat het liquiditeitsrisico is geconcentreerd bij N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank) en de Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB Bank). BNG Bank is als structuurvennootschap een bank van en voor overheden en instellingen van maatschappelijk belang. De aandeelhouders van de bank zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen en de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De NWB Bank is een financiële dienstverlener voor de overheidssector. Alle aandelen van de bank zijn in handen van overheden. Het liquiditeitsrisico is hiermee vrijwel gelijk aan dat van de Nederlandse staat. Per ultimo van 2023 hadden beide banken de hoogste credit rating van Moody’s en Standard en Poor’s (Aaa respectievelijk AAA). BNG Bank heeft voorts een AAA credit rating van Fitch.

Geldgevers

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Geldgevers  
BNG 0.73
NWB 0.13
Overig 0.14

Verdeling gebaseerd op nominale restschuld.

Liquiditeitsrisico

Relevante indicatoren voor het liquiditeitsrisico dat loopt per balansdatum zijn als volgt:

LIQUIDITEITSRISICO 31-12-2023
   
Banktegoed per 1 januari 2022 12.576
Kredietlimiet 10.000
Geprognosticeerd overschot operationele kasstromen 10.857
Geprognosticeerde investeringen en desinvesteringen -63.309
Aflossingen -2.554
Financieringsbehoefte -32.430
   
Nog niet benutte borgingsruimte WSW 40.248*

9.10.5 Reële waarde

De reële waarde van de in de balans verantwoorde financiële instrumenten zoals vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.
De reële waarde van de schulden aan overheid en kredietinstellingen bedraagt ultimo 2023 € 230,1 miljoen (2022: € 217,3 miljoen) en is daarbij gebaseerd op de kasstromen van de leningenportefeuille (exclusief rentederivaten). De disconteringsvoet is gebaseerd op de rentecurve van de 6-maands Euribor. Het nominale schuldrestant bedraagt ultimo 2023 € 208,3 miljoen (2022: € 221,3 miljoen).

De reële waarde van de afgeleide financiële instrumenten is in paragraaf 9.11.4 opgenomen.

De reële waarde van de overige langlopende schulden benadert de boekwaarde ervan.

9.10.6 Valutarisico

Dudok Wonen is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valutarisico’s.

9.11. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen

Niet in de balans opgenomen activa

9.11.1 Terugkooprecht verkochte woningen

In het navolgende overzicht is het aantal verkochte woningen opgenomen, waarvoor Dudok Wonen het terugkooprecht heeft.

TERUGKOOPRECHT VERKOCHTE WONINGEN    
Verkoopproduct Aantal 2023 Aantal 2022
Koop Goedkoop 1.020 1.014
Kopen naar Wens 616 607
  1.636 1.621

Het terugkooprecht houdt in dat de woning bij verkoop door de koper eerst aan Dudok Wonen te koop dient te worden aangeboden voor de dan geldende marktwaarde. Indien Dudok Wonen geen gebruik maakt van het terugkooprecht, kan de koper de woning te koop aanbieden op de vrije markt.

9.11.2 Opstalrechten Verenigingen v Eigenaren

Op 45 VvE-complexen heeft Dudok Wonen het recht van opstal gevestigd. Dudok Wonen heeft de bevoegdheid tot het in eigendom hebben, het aanbrengen, beheren/onderhouden en (indien nodig) vernieuwen en vervangen van energieopwekkende en/of milieubesparende installaties en toebehoren op, in, aan en boven het gebouw.

Niet in de balans opgenomen verplichtingen

9.11.3 Obligoverplichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw

De woningcorporatie heeft op grond van artikel 10, lid 2 onder c van het Reglement van Deelneming van WSW een obligolening aangetrokken. De lening sluit aan op hetgeen is vereist. Dit betekent dat de hoofdsom overeenkomt met 2,6% van het geborgd schuldrestant ultimo 2023. Op deze lening kan alleen een trekking worden gedaan als WSW daartoe een verzoek heeft gedaan en de woningcorporatie niet binnen 10 werkdagen na dit verzoek kan storten. Een dergelijk verzoek van WSW is pas aan de orde als het jaarlijks obligo niet toereikend is. Op basis van de prognoses van WSW is dit op basis van de huidige verplichtingen niet aan de orde. In het geval van een eventuele storting, zal deze rechtstreeks ten gunste van WSW worden uitbetaald en nadien moeten worden afgelost door de woningcorporatie.

9.11.4 Afgeleide financiële instrumenten

Dudok Wonen heeft de volgende afgeleide financiële instrumenten:

RENTE DERIVATEN  
Rente derivaten Aantal
Renteswaps ('plain vanilla') 1

Renteswaps

RENTE DERIVATEN            
Swap nr. Tegen-partij Bedrag lening Rente-percentage   Startdatum Einddatum Hedge Marktwaarde
      Variabel Vast        
1. ING 25.000 3mnd Euribor 4,52 30-11-07 30-11-27 25.000 -1.609
    25.000         25.000 -1.609

In 2023 heeft Dudok Wonen geen nieuwe afgeleide financiële instrumenten aangetrokken.

Effectiviteit hedgerelaties:
De wijzigingen in reële waarde van renteswaps waarop kostprijs hedge accounting wordt toegepast en de in de winst-en-verliesrekening verwerkte ineffectiviteit, is ultimo boekjaar als volgt:

HEDGERELATIE Wijzigingen in reële waarde sinds eerste verwerking
Renteswaps in een hedgerelatie € 25 miljoen
Effectieve deel van de hedgerelatie € 25 miljoen
Totale ineffectiviteit € -
In de winst-en-verliesrekening verwerkte ineffectiviteit € -

Toezicht belemmerende bepalingen:
Er was in 2023 geen sprake van toezicht belemmerende bepalingen uit hoofde van het bepaalde in de beleidsregels financiële derivaten toegelaten instellingen volkshuisvesting.

9.11.5 Investeringsverplichtingen

Er zijn niet in de balans opgenomen verplichtingen voor nieuwbouw, aankoop van woningen en herstructurering van woningen tot een bedrag van € 23,2 miljoen (2022: € 36,1 miljoen). Dit heeft betrekking op een aantal (grootschalige) projecten welke in uitvoering zijn gegaan.

9.11.6 Contractonderhoudsverplichtingen

In het kader van onderhoud aan gebouwen en individuele woningen zijn met verschillende onderhoudsbedrijven verplichtingen aangegaan. Het contractonderhoud bestaat voornamelijk uit:

  • Liftonderhoud;
  • CV/WW-onderhoud;
  • onderhoud aan brandmeldinstallaties;
  • onderhoud aan mechanische ventilatie;
  • centrale deuropeners.

Alle verplichtingen zijn 1-jarig. De totale verplichting voor 2023 wordt becijferd op € 1,7 miljoen (2022: € 1,3 miljoen).

9.11.7 Verplichtingen Verenigingen van Eigenaren

De Verenigingen van Eigenaren (VvE) zijn zelfstandige juridische entiteiten en beschikken elk over een reservefonds of onderhoudsvoorziening. Het totaal van de reservefondsen van deze VvE’s bedraagt ultimo 2023 € 15,7 miljoen tegen € 11,2 miljoen ultimo 2022. 

Op basis van de eigendomsverhouding bedraagt het aandeel van Dudok Wonen in deze reservefondsen € 8,2 miljoen ultimo 2023 tegen € 6,9 miljoen ultimo 2022.

Ten behoeve van de verkoop van appartementen zijn deze VvE’s opgericht. Ter voorkoming van achterstallig onderhoud in de eerste jaren van het bestaan van de verenigingen, stelt Dudok Wonen aan de vereniging een ‘bruidsschat’ ter beschikking gebaseerd op de eerste 10 jaar van de meerjaren-onderhoudsbegroting.

9.11.8 Leaseverplichtingen

Dudok Wonen is leaseverplichtingen aangegaan voor een groot deel van haar wagenpark. De verplichting voor 2023 bedraagt circa € 0,1 miljoen (2022: € 0,1 miljoen). 

9.11.9 Aansprakelijkheid bij een fiscale eenheid

Stichting Dudok Wonen vormt met de geeloranje gearceerde groepsmaatschappijen zoals opgenomen in het organisatieschema (paragraaf 4.5) een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting en voor de omzetbelasting. Op grond van de standaardvoorwaarden is Dudok Wonen en de met haar gevoegde dochterondernemingen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor ter zake door de combinatie verschuldigde belasting.

9.11.10 Jubilea en pensioen

In de cao Woondiensten is geregeld dat de werknemers bij dienstjubilea of pensionering een gratificatie ontvangen. Ultimo boekjaar wordt de verplichting geschat op ongeveer € 0,2 miljoen (2022: € 0,2 miljoen).

9.11.11 Loopbaanontwikkeling

In de cao Woondiensten is geregeld dat de werknemers recht hebben op een budget voor loopbaanontwikkeling. Werknemers hebben naar rato van FTE recht op een budget van € 900,- per jaar voor loopbaanontwikkeling tot een maximum saldo van € 4.500,-. Medewerkers die het maximum saldo van € 4.500,- nog niet hebben bereikt ontvangen jaarlijks een dotatie van € 900,- tot het maximum saldo is bereikt. Ultimo boekjaar wordt de verplichting becijferd op ongeveer € 0,1 miljoen (2022: € 0,1 miljoen).

9.12. Verbonden partijen

Met een aantal van haar deelnemingen heeft Dudok Wonen naast haar aandelenbelang ook een zakelijke relatie, waarbij producten (veelal onroerende zaken bestemt voor de verhuur) en/of diensten van de betreffende deelnemingen worden afgenomen. Deze transacties zijn steeds gebaseerd op gebruikelijke contractuele afspraken waarbij marktconforme condities zijn overeengekomen.

9.13. Gebeurtenissen na balansdatum

Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum.

10. Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening

10.1. Exploitatie vastgoedportefeuille

10.1.1 Huuropbrengsten

EXPLOITATIE VASTGOEDPORTEFEUILLE 2023 2022
Huren    
Netto huur 51.868 51.198
Kortingen -47 -103
Derving wegens leegstand en oninbaarheid -1.204 -1.131
  50.617 49.964
     
Huurderving in % van de netto huur 2,32% 2,21%
Huurachterstand in % van de netto huur 1.76% 1,29%
Erfpacht    
Erfpacht 2.168 2.230
Kortingen -818 -887
  1.350 1.343
TOTAAL 51.967 51.307

De verandering in huuropbrengsten komt door:

  • huurverhoging per 1 juli 2023;
  • huurharmonisatie;
  • huurverhoging wegens woningverbeteringen;
  • oplevering en aankoop van woningen in 2023;
  • verdwijnen van woningen als gevolg van verkoop, sloop en herstructurering.

De erfpachtopbrengsten zijn van de onder het regime van “Koop Goedkoop” verkochte woningen. Hierop wordt in de eerste tien jaar na verkoop een aflopende korting verstrekt. Indien de woning door de eigenaar weer wordt verkocht, wordt de korting weer opnieuw afgebouwd.

10.1.2 Opbrengsten servicecontracten

Onder de post opbrengsten servicecontracten zijn begrepen alle op grond van de huurovereenkomst aan huurders doorberekende kosten, die betrekking hebben op leveringen en diensten.

10.1.3 Lasten servicecontracten

Dit betreft de kosten die betrekking hebben op leveringen en diensten (zie 10.1.2).

10.1.4 Lasten verhuur en beheeractiviteiten

EXPLOITATIE VASTGOEDPORTEFEUILLE 2023 2022
Lasten verhuur en beheer-activiteiten    
Erfpacht -4 -
Toegerekende afschrijvingen -215 -172
Toegerekende personeelskosten -2.110 -2.043
Toegerekende overige bedrijfslasten -3.324 -2.729
  -5.653 -4.944

10.1.5 Lasten onderhoudsactiviteiten

EXPLOITATIE VASTGOEDPORTEFEUILLE 2023 2022
Lasten onderhoudsactiviteiten    
Contractonderhoud -1.351 -1.290
Planmatig onderhoud -5.971 -4.369
Dagelijks onderhoud (klachten en mutatie) -6.227 -5.117
VVE bijdragen onderhoud -1.730 -1.572
Geactiveerde productie 364 317
Toegerekende afschrijvingen -166 -133
Toegerekende personeelskosten -1.787 -1.785
Toegerekende overige bedrijfslasten -2.042 -1.756
  -18.910 -15.705

10.1.6 Overige directe operationele lasten exploitatie bezit

EXPLOITATIE VASTGOEDPORTEFEUILLE 2023 2022
Overige directe operationele lasten exploitatie bezit    
Overige bedrijfsopbrengsten 63 65
Verhuurderheffing - -3.706
Onroerende zaakbelastingen -1.247 -1.210
Belastingen en heffingen -1.436 -1.345
Overige -294 -279
  -2.914 -6.475

10.2. Verkoop vastgoedportefeuille

10.2.1 Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille

VERKOOP VASTGOEDPORTEFEUILLE 2023 2022
Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille    
Opbrengst verkopen 11.303 27.681
Direct toerekenbare kosten -398 -753
  10.905 26.928
Per soort opbrengst:    
Koop Goedkoop 2.151 11.752
Kopen naar Wens 5.635 14.208
Vrije verkoop 3.517 1.721
  11.303 27.681
Per soort aantal (woningen):    
Koop Goedkoop 11 9
Kopen naar Wens 20 51
Vrije verkoop 12 4
  43 64

Het aantal Koop Goedkoop gronden dat is bijgekocht en verantwoord onder de Koop Goedkoop opbrengsten bedraagt in 2023 5 eenheden (2022: 127 eenheden).

10.2.2 Toegerekende organisatiekosten

VERKOOP VASTGOEDPORTEFEUILLE 2023 2022
Toegerekende organisatiekosten    
Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf 179 422
Toegerekende personeelskosten -543 -538
Toegerekende afschrijvingen -55 -42
Toegerekende overige bedrijfslasten -672 -559
  -1.091 -717

10.2.3 Boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille

VERKOOP VASTGOEDPORTEFEUILLE 2023 2022
Boekwaarde vastgoedportefeuille    
Koop Goedkoop -1.448  -10.446 
Kopen naar Wens -3.955  -8.831 
Vrije verkoop -2.173  -937 
  -7.576  -20.214 

10.3. Overige activiteiten

10.3.1 Overige organisatiekosten

OVERIGE ACTIVITEITEN 2023 2022
Overige organisatiekosten    
Toegerekende personeelskosten -1.474 -1.916
Overige bedrijfslasten -606 -353
  -2.080 -2.269

10.3.2 Leefbaarheid

OVERIGE ACTIVITEITEN 2023 2022
Leefbaarheid    
Leefbaarheid -190 -179
Toegerekende afschrijvingen -38 -37
Toegerekende personeelskosten -347 -404
Toegerekende overige bedrijfslasten - -
  -575 -620

10.4. Bedrijfslasten

10.4.1 Afschrijvingen op materiële vaste activa (M1143)

BEDRIJFSLASTEN 2023 2022
Afschrijving op (im)materiële vaste activa    
Afschrijvingskosten kantoorgebouw -253 -212
Afschrijvingskosten inventaris -18 -8
Afschrijvingskosten automatisering -203 -164
  -474 -384

10.5. Personeelskosten

BEDRIJFSLASTEN 2023 2022
Personeelskosten    
Lonen en salarissen -4.837 -5.177
Sociale lasten -768 -797
Pensioenlasten -655 -712
  -6.260 -6.686

10.5.1 Lonen en salarissen (M1140)

Bij de ‘overige informatie’ in hoofdstuk 11 wordt er verder ingegaan op het personeelsbestand, de bestuurders en commissarissen.

10.5.2 Pensioenlasten (M1142)

Naar de stand van ultimo december 2023 was de dekkingsgraad van het pensioenfonds (SPW) 128,8% (2022: 133,7%). Vanaf 2015 diende het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 125% te hebben.

10.5.3 Allocatie personeelskosten

De personeelskosten zijn als volgt gealloceerd:

PERSONEELSKOSTEN 2023 2022
Allocatie personeelskosten    
Lasten verhuur en beheeractiviteiten -2.110 -2.043
Lasten onderhoudsactiviteiten -1.787 -1.785
Toegerekende organisatiekosten (verkoopactiviteiten) -543 -538
Overige organisatiekosten -1.473 -1.916
Leefbaarheid -347 -404
  -6.260 -6.686

10.5.4 Overige bedrijfslasten (M1148)

BEDRIJFSLASTEN 2023 2022
Overige bedrijfslasten    
Huisvestingskosten -281 -296
Transportkosten -119 -93
Communicatiekosten -136 -132
Kantoorkosten -1.615 -1.507
Algemene kosten -1.780 -1.505
Overige personeelskosten -2.035 -1.406
Directe bedrijfskosten -3.793 -7.110
  -9.759 -12.049

10.6. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille

10.6.1 Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille

NIET-GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE 2023 2022
Overige waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Dotatie voorziening onrendabele investeringen vastgoed in ontwikkeling -4.577 -636
Terugneming afwaardering vastgoed in ontwikkeling 785 1.305
Afwaardering na-investering - -100
Terugneming afwaardering na-investeringen -32 14
Overige 14 -434
  -3.810 149

10.6.2 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille

NIET-GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE 2023 2022
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Waardeverandering DAEB vastgoed in exploitatie -28.512 59.784
Waardeverandering niet-DAEB vastgoed in exploitatie -4.430 8.123
  -32.942 67.907

10.6.3 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden

NIET-GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE 2023 2022
 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
- Indexering 917 17.262
- Herwaardering Eigendomsparticipaties -3.992 -29.660
  -3.075 -12.398

10.6.4 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille bestemd voor verkoop

Dit betreffen verwerkte winsten/verliezen van onderhanden projecten.

10.7. Financiële baten en lasten

10.7.1 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten (M1190)

FINANCIELE BATEN EN LASTEN 2023 2022
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten    
Geactiveerde rente projecten in ontwikkeling 482  353 
Effect in contracten besloten afgeleide instrumenten -  14.660 
Rente op overige financiële vaste activa 482 99
  964  15.112 

10.7.2 Rentelasten en soortgelijke kosten

FINANCIELE BATEN EN LASTEN 2023 2022
Rentelasten en soortgelijke kosten    
Rente langlopende schulden en derivaten -6.555 -6.517
Rente kortlopende schulden -38 -37
  -6.593 -6.554

10.8. Belastingen

Stichting Dudok Wonen vormt samen met Dudok Ontwikkeling B.V. en Goois Wonen B.V. per 01-01-2015 een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. De vennootschapsbelasting is in elk van de rechtspersonen opgenomen voor dat deel dat de desbetreffende rechtspersoon als zelfstandig belastingplichtige verschuldigd zou zijn, rekening houdend met voor de vennootschap geldende fiscale faciliteiten.

De nieuwe fiscale wetgeving gebaseerd op de OESO “Pilar Two model rules” is niet van toepassing op Stichting Dudok Wonen.

Het gewogen gemiddelde toepasselijke belastingtarief bedraagt 26,7% (2022: 25,5%). De belasting¬last in de winst-en-verliesrekening over 2023 bedraagt € 4,1 miljoen (2022: € 3,5 miljoen belastinglast).

Het effectieve belastingtarief bedraagt -19,4% (2022: 3,8%). De afwijking van het werkelijke tarief van 26,7% (2022: 25,5%) wordt veroorzaakt door niet geheel in de vorm van een latentie gewaardeerde verschillen tussen commerciële en fiscale waardering van activa en passiva.

BELASTINGEN 2023 2022
Vennootschapsbelasting    
Mutatie latente belastingen 71  -6.985 
Acute belastingen boekjaar -4.142  -3.522 
Correctie belastingen boekjaar 2019 -  267 
Correctie belastingen boekjaar 2020 -  2.428 
Correctie belastingen boekjaar 2021 92  2.748 
Correctie belastingen boekjaar 2022 99 -
  -3.880  -5.064 
BELASTINGEN 2023 2022
Berekening vennootschapsbelasting    
Resultaat voor vennootschapsbelasting -21.376 91.517
Resultaat deelneming    
Permanente en tijdelijke verschillen:    
Afschrijvingen -659 -820
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille 39.828 -55.658
Verkoop bestaand bezit 2042 6.350
Onderhoudslasten (commercieel geactiveerd) 448 -865
Geactiveerde bouwrente -339 -91
(Dis)agio leningen -303 -286
Fiscaal minder te activeren woningverbeteringen -258 -
Correctie Volkshuisvestelijke bijdrage Vestia-leningruil - -1.996
Afboeking projectkosten -102 -125
Overige 19 13
Belastbaar bedrag 19.300 38.039
Herinvesteringsreserve -5.335 -13.236
ATAD (Rente-aftrekbeperking) 2.141 -10.427
Compensabele verliezen 0 -560
Belastbaar bedrag na verliescompensatie 16.106 13.816
     
Acute belastingen boekjaar 4.142 3.522

Bij de fiscale eenheid van Stichting Dudok Wonen resteren er geen verrekenbare verliezen.

11. Overige informatie

11.1. Werknemers

Gedurende het boekjaar 2023 bedroeg het gemiddeld aantal werknemers bij Dudok Wonen 76,3 (2022: 81,2).

WERKNEMERS 2023 2022
Gemiddeld    
Directeur-bestuurder & Staf 16,2 15,6
Woonbedrijf 43,7 46,1
Informatiemanagement & Financiën 16,1 19,5
  76,3 81,2

Per 31-12-2023 had Dudok Wonen 72,5 (2022: 80,5) werknemers in dienst. Het aantal is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten.
Naast de werknemers in dienst had Dudok Wonen 5,9 (2022: 10,8) aan ingehuurd personeel per 31-12-2023. Het aantal is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten.

WERKNEMERS 31-12-2023 31-12-2022
Ultimo    
Werknemers in dienst 72,5 80,5
Ingehuurd personeel 5,9 10,8
  78,4 91,3

Alle personeelsleden zijn werkzaam in Nederland.

11.2. Bestuurders en commissarissen

Aan bezoldigingen met inbegrip van pensioenlasten als bedoeld in artikel 2:383, lid1, BW, is in het boekjaar ten laste van Dudok Wonen en groepsmaatschappijen gekomen voor: 

BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN 31-12-2023 31-12-2022
Bezoldiging    
Bestuurders 232 216
Commissarissen en voormalige commissarissen 79 77
  311 293

De bezoldiging van de bestuurder omvat:

  • periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, sociale lasten, vakantiegeld, doorbetaling bij vakantie en ziekte en presentiegelden);
  • beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten en jubileumuitkeringen);

De bezoldiging van de Raad van Commissarissen kan als volgt worden gespecificeerd:

COMMISSARISSEN 2023 2022
Specificatie bezoldiging    
Dhr. W.D. van Leeuwen 22,4 21,7
Dhr. H.M. De Loor - 11,3
Mw. N. Eysbroek 11,2 -
Mw. F.R.M. Rieter 15 14,5
Mw. E.L. Özyenici 15 14,5
Dhr. B.G.M. Moesbergen 15 14,5
  78,5 76,5

De weergegeven beloning is inclusief sociale lasten en BTW. Voor de werkzaamheden van de leden van de Raad van Commissarissen is er geheel 2023 geen BTW in rekening gebracht.

11.3. WNT-verantwoording 2021 Dudok Wonen

Vanaf 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) van kracht. De WNT is van toepassing op Dudok Wonen. Het voor Dudok Wonen toepasselijke bezoldigingsmaximum is in 2023 € 187.000,- (het bezoldigingsmaximum voor de woningcorporaties, klasse F).

De informatie in het kader van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector is als volgt:

Leidinggevende functionarissen met dienstbetrekking

 Gegevens 2023  
 Bedragen x € 1 J.J.A.M. van Ham
Gegevens per WNT instelling Stichting Dudok Wonen
Functiegegevens Directeur – Bestuurder
Aanvang en einde functievervulling in 2023 1/11 - 31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1
Dienstbetrekking Ja
Bezoldiging  
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 27.270
Beloningen betaalbaar op termijn 3.525
Subtotaal 30.795
   
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 31.252
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag n.v.t.
Bezoldiging 30.795
   
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de Overschrijding al dan niet is toegestaan -
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling n.v.t.

Leidinggevende functionarissen zonder dienstbetrekking in de periode kalendermaand 1 t/m 12

Gegevens 2023     
 Bedragen x € 1    
  W.W. Fassotte  
Functiegegevens Directeur - Bestuurder
Kalenderjaar 2023 2022
Periode functievervulling in het kalenderjaar (aanvang – einde) 1/1 - 31/10 15/11 - 31/12
Aantal kalendermaanden functievervulling in het kalenderjaar 10 2
Omvang van het dienstverband in uren per kalenderjaar 1291 184,5
Individueel toepasselijke maximum gehele periode    
kalendermaand 1 t/m 12    
Maximum uurtarief in het kalenderjaar 212 206
Maxima op basis van de normbedragen per maand 252.400 57.200
Individueel toepasselijke maximum gehele periode 309.600  
kalendermaand 1 t/m 12    
Bezoldiging (alle bedragen exclusief btw)    
Bezoldiging in de betreffende periode 200.752 28.045
Bezoldiging gehele periode kalendermaand 1 t/m 12 228.798  
     
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t.  
Bezoldiging    
     
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t. / N.v.t.  
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t.  

Topfunctionarissen inclusief degenen die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar als topfunctionaris worden aangemerkt met een totale bezoldiging van € 1.900 of minder

Gegevens 2023   
 NAAM TOPFUNCTIONARIS FUNCTIE
W.W. Fassotte Directeur-Bestuurder*

Toezichthoudende functionarissen

 Gegevens 2023      
 Bedragen x € 1 Dhr. W.D. van Leeuwen Mw. N. Eysbroek Mw. E.L. Özyenici 
Functiegegevens Voorzitter
Raad van Commissarissen
Lid Raad van Commissarissen Lid Raad van Commissarissen
Aanvang en einde functievervulling in 2023 1/1 - 31/12 1/4 - 31/12 1/1 - 31/12
       
Bezoldiging      
Bezoldiging 22.440 11.220 14.960
       
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 28.050 14.089 18.700
       
Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag - n.v.t. -
       
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan - n.v.t. -
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling n.v.t. n.v.t. n.v.t.
 Gegevens 2022      
 Bedragen x € 1 Dhr. W.D. van Leeuwen Mw. N. Eysbroek Mw. E.L. Özyenici 
Functiegegevens Voorzitter
Raad van Commissarissen
Lid Raad van Commissarissen Lid Raad van Commissarissen
Aanvang en einde functievervulling in 2022 1/1 - 31/12 n.v.t. 1/1 - 31/12
       
Bezoldiging      
Bezoldiging 21.729 n.v.t. 14.480
       
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 27.150 n.v.t. 18.100
       
Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag - n.v.t. -
       
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan - n.v.t. -
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Vervolg Toezichthoudende topfunctionarissen

 Gegevens 2023    
 Bedragen x € 1 Dhr. B.G.M. Moesbergen Mw. F.R.M. Rieter
Functiegegevens Lid Raad van Commissarissen Lid Raad van Commissarissen
Aanvang en einde functievervulling in 2023 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12
     
Bezoldiging    
Bezoldiging 14.960 14.960
     
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 18.700 18.700
     
Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag - -
     
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan - -
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling n.v.t. n.v.t.
 Gegevens 2022    
 Bedragen x € 1 Dhr. B.G.M. Moesbergen Mw. F.R.M. Rieter
Functiegegevens Lid Raad van Commissarissen Lid Raad van Commissarissen
Aanvang en einde functievervulling in 2022 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12
     
Bezoldiging    
Bezoldiging 14.480 14.480
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 18.100 18.100
Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag - -
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan - -
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling n.v.t. n.v.t.

1) Bestuurdersbeloning:
De bestuurdersbeloningen in 2023 van mevrouw J.J.A.M. van Ham en de heer W.W. Fassotte zijn conform de WNT.

2) Raad van Commissarissen (RvC) beloning:
De RvC beloning in 2023 is conform de WNT.

Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT
Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2023 een bezoldiging boven het individueel toepasselijke drempelbedrag hebben ontvangen.

Bij Dudok Wonen zijn de bestuurder en de RvC-leden als topfunctionaris aangemerkt. In het bestuursreglement is vastgelegd hoe besluitvorming in de organisatie plaatsvindt. De bestuurder neemt in aanwezigheid van het managementteam (MT), in volledige transparantie en waarbij alle belangen zijn overwogen en de beraadslaging van het MT is gehoord, een bestuursbesluit. Tot 1 september 2023 was sprake van een Directieteam (DT). De wijze van besluitvorming is niet veranderd. 
In de situatie dat de bestuurder tijdelijk niet op kantoor kan komen door bijvoorbeeld vakantie of andere redenen, dan wordt voor deze periode een volmacht afgegeven aan één van de MT-leden om de dagelijkse operaties te leiden. Daarbij is de bestuurder altijd beschikbaar voor dringende zaken.

11.4. Accountantshonoraria

De volgende honoraria van BDO Audit & Assurance B.V. zijn in het boekjaar ten laste gebracht van de toegelaten instelling, haar dochtermaatschappijen en andere maatschappijen die zij consolideert, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a BW.

HONORARIA VAN DE ACCOUNTANT 2023 2022
Uitsplitsing:    
Onderzoek van de jaarrekening 135 100
Andere controleopdrachten 13 12
Adviesdiensten op fiscaal terrein - -
Andere niet controlediensten - -
  148 112

12. Enkelvoudige balans per 31 december 2023

(Bedragen x € 1.000, voor resultaatbestemming)

  ACTIVA 31-12-2023 31-12-2022
Ref. VASTE ACTIVA    
M1102 Vastgoedbeleggingen    
M11028 DAEB vastgoed in exploitatie 875.961 891.410
M11020 Niet-DAEB vastgoed in exploitatie 338.465 344.196
M11024 Onroerende zaken – verkocht onder voorwaarden 62.047 61.809
M11021 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 16.035 6.417
    1.292.508 1.303.832
M1102 Materiële vaste activa    
M11022 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 8.986 9.346
    8.986 9.346
M1103 Financiële vaste activa    
M11031 Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen 106.676 102.007
M11033 Andere deelnemingen 2 2
M11035 Latente belastingvorderingen - -
M11039 Overige vorderingen 27.219 28.926
    133.897 130.935
       
    1.435.391 1.444.113
  VLOTTENDE ACTIVA    
M1112 Vorderingen    
M11120 Huurdebiteuren 470 301
M11122 Vorderingen op groepsmaatschappijen - -
M11164 Belastingen en premies van sociale verzekeringen 1.636 4.548
M11126 Overige vorderingen 1.222 1.044
M11127 Overlopende activa 34 210
    3.362 6.103
       
M1114 Liquide middelen 4.219 24.920
       
    7.581 31.023
  TOTAAL 1.442.972 1.475.136

(Bedragen x € 1.000 voor resultaatbestemming)

  PASSIVA 31-12-2023 31-12-2022
Ref. VERMOGEN LANG    
M1105 Eigen vermogen    
M11053 Herwaarderingsreserves 722.391 764.070
M11053 Overige reserves 470.220 342.088
M11054 Resultaat na belastingen van het boekjaar -25.256 86.453
    1.167.355 1.192.611
       
M1107 Voorzieningen    
M11073 Voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen 3.473 315
M11072 Latente belastingverplichtingen 2.704 2.227
M11074 Overige voorzieningen 194 217
    6.371 2.759
       
M1108 Langlopende schulden    
M11081 Schulden aan banken 220.997 234.467
M11084 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 36.109 34.561
M11083 Overige schulden 419 467
    257.525 269.495
       
    1.431.251 1.464.865
  VERMOGEN KORT    
M1116 Kortlopende schulden    
M11160 Schulden aan banken 2.970 2.961
M11162 Schulden aan leveranciers en handelskredieten 1.733 1.382
M11164 en M11165 Schulden ter zake van belastingen, premies van sociale verzekeringen en pensioenen 2.385 1.333
M11167 Overige schulden 254 531
M11168 Overlopende passiva 4.379 4.064
    11.721 10.271
  TOTAAL 1.442.972 1.475.136

13. Enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2023

(Bedragen x € 1.000) functioneel model

    2023 2022
Ref. EXPLOITATIE VASTGOEDPORTEFEUILLE    
  Huuropbrengsten 48.039 47.475
  Opbrengsten servicecontracten 2.865 1.795
  Lasten servicecontracten -2.865 -1.795
  Lasten verhuur en beheeractiviteiten -5.591 -4.910
  Lasten onderhoudsactiviteiten -18.090 -15.346
  Overige directe operationele lasten exploitatie bezit -2.444 -5.998
  Netto resultaat exploitatie vastgoedportefeuille 21.916 21.221
       
  VERKOOP VASTGOEDPORTEFEUILLE    
  Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille 10.905 26.928
  Toegerekende organisatiekosten -1.090 -716
  Boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille -7.576 -20.214
  Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille 2.239 5.998
       
  NIET-GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE    
  Overige waardeveranderingen van vastgoedportefeuille -3.810 149
  Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille -35.142 69.586
  Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarden -3.075 -12.398
  Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille bestemd voor verkoop   -
  Waardeveranderingen vastgoedportefeuille -42.027 57.337
       
  OVERIGE ACTIVITEITEN    
  Opbrengsten overige activiteiten 139 111
  Kosten overige activiteiten -132 -105
  Netto resultaat overige activiteiten 7 6
       
  Overige organisatiekosten -2.080 -2.269
  Leefbaarheid -575 -619
  FINANCIELE BATEN EN LASTEN    
  Overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten 946 15.110
  Rentelasten en soortgelijke kosten -6.593 -6.535
  Saldo financiële baten en lasten -5.647 8.575
       
  RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTINGEN -26.167 90.249
  Belastingen -5.758 -4.764
  Resultaat uit deelnemingen 6.669 968
  RESULTAAT NA BELASTINGEN (TOTAALRESULTAAT) -25.256 86.453

14. Toelichting op de enkelvoudige balans

14.1. Algemeen

14.1.1 Grondslagen van waardering en bepaling van het resultaat

De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling voor de vennootschappelijke jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk. Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde in overeenstemming met paragraaf 5.4.1 in de geconsolideerde jaarrekening.

Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt verwezen naar de in hoofdstuk 4 t/m 8 opgenomen toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening. Waar de toelichting geconsolideerd en enkelvoudig gelijk is, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening. 

14.2. Vastgoedbeleggingen (M1104)

14.2.1 DAEB vastgoed in exploitatie (M11028) en niet-DAEB vastgoed in exploitatie gekwalificeerd als vastgoedbelegging (M11020)

De mutaties in de vastgoedbeleggingen zijn in het navolgende schema samengevat:

VASTGOEDBELEGGINGEN 31-12-2023 31-12-2022
DAEB vastgoed in exploitatie    
Marktwaarde per 1 januari 891.410 818.652
     
Mutaties    
- Investeringen 9.498 5.814
- Desinvesteringen -7.590 -18.076
- Overboeking naar vastgoed in ontwikkeling 0 -612
- Overboeking gereedgekomen activa ontwikkeling 10.197 23.603
- Overboeking DAEB vastgoed - niet-DAEB vastgoed 199 395
- Aankopen 604 1.076
- Overige mutaties 4 -1.652
- Niet-gerealiseerde waardeveranderingen -28.361 62.120
Totaal mutaties -15.449 72.758
     
Marktwaarde per 31 december 875.961 891.410
DAEB vastgoed in exploitatie (aantal)    
Aantal per 1 januari 5.474 5.507
     
Toe- of afname 2 -33
Aantal per 31 december 5.476 5.474
VASTGOEDBELEGGINGEN 31-12-2023 31-12-2022
Niet-DAEB vastgoed in exploitatie    
Marktwaarde per 1 januari 344.196 336.976
     
Mutaties    
- Investeringen 1.451 995
- Desinvesteringen -708 -2.739
- Overboeking naar vastgoed in ontwikkeling   -1.117
- Overboeking DAEB vastgoed - niet-DAEB vastgoed -199 -395
- Aankopen 468 830
- Overige mutaties 8 -99
- Niet-gerealiseerde waardeveranderingen -6.751 8.924
Totaal mutaties -5.731 6.399
     
Boekwaarde per 31 december 338.465 344.196
Niet-DAEB vastgoed in exploitatie (aantal)    
  2.453 2.509
Toe- of afname 8 -56
     
Aantal per 31 december 2.461 2.453

14.3. Financiële vaste activa (M1103)

14.3.1 Deelnemingen in groepsmaatschappijen (M11031)

Het verloop van de post deelnemingen is als volgt:

FINANCIELE VASTE ACTIVA 31-12-2023 31-12-2022
Deelnemingen    
Goois Wonen B.V.    
Beginwaarde per 1 januari 100.171 100.705
- Dividenduitkering -2.000 -1.500
- Resultaat 6.652 966
Eindwaarde per 31 december 104.823 100.171
     
Dudok Ontwikkeling B.V.    
Beginwaarde per 1 januari 1.836 1.838
- Resultaat 17 -2
Eindwaarde per 31 december 1.853 1.836
TOTAAL 106.676 102.007

14.4. Eigen vermogen (M1105)

14.4.1 Herwaarderingsreserve (M11053)

Het verloop van de herwaarderingsreserve is als volgt:

Eigen vermogen 31-12-2023 31-12-2022
Herwaarderingsreserves    
Herwaarderingsreserves per 1 januari 764.070 705.422
     
Mutaties    
- Realisatie verkoop -6.082 -14.908
- Mutatie door herwaardering -35.597 73.555
Totaal mutaties -41.679 58.648
     
Herwaarderingsreserves per 31 december 7.222.391 764.070

14.4.2 Overige reserves (M11053)

Het verloop van de overige reserves is als volgt:

Eigen vermogen 31-12-2023 31-12-2022
Overige reserves    
Overige reserves per 1 januari 342.088 273.205
     
Mutaties    
- Resultaat voorgaand boekjaar 86.453 127.530
- Vorming herwaarderingsreserves 35.597 -73.555
- Realisatie uit herwaarderingsreserves 6.082 14.908
Totaal mutaties 128.132 68.883
     
Overige reserves per 31 december 470.220 342.088

14.5. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen

14.5.1 Obligoverplichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw

De woningcorporatie heeft op grond van artikel 10, lid 2 onder c van het Reglement van Deelneming van WSW een obligolening aangetrokken. De lening sluit aan op hetgeen is vereist. Dit betekent dat de hoofdsom overeenkomt met 2,6% van het geborgd schuldrestant ultimo 2023. Op deze lening kan alleen een trekking worden gedaan als WSW daartoe een verzoek heeft gedaan en de woningcorporatie niet binnen 10 werkdagen na dit verzoek kan storten. Een dergelijk verzoek van WSW is pas aan de orde als het jaarlijks obligo niet toereikend is. Op basis van de prognoses van WSW is dit op basis van de huidige verplichtingen niet aan de orde. In het geval van een eventuele storting, zal deze rechtstreeks ten gunste van WSW worden uitbetaald en nadien moeten worden afgelost door de woningcorporatie.

14.5.2 Afgeleide financiële instrumenten

Voor toelichting wordt verwezen naar paragraaf 9.11.4 Afgeleide financiële instrumenten.

15. Toelichting op de enkelvoudige winst- en verliesrekening

15.1. Resultaat deelnemingen (M1195)

RESULTAAT UIT DEELNEMINGEN 2023 2022
Resultaat uit deelnemingen    
Goois Wonen B.V. 6.652 966
Dudok Ontwikkeling B.V. 17 -2
Stichting Woonzorg/Theodotion-Dudok (liquidatie-uitkering) - 4
  6.669 968

Voor nadere toelichting van de deelnemingen in groepsmaatschappijen wordt verwezen naar paragraaf 14.3.1. 

15.2. Enkelvoudige balans DAEB/niet-DAEB gescheiden per 31 december 2023

(Bedragen x € 1.000, voor resultaatbestemming)

  ACTIVA DAEB Niet-DAEB Elimi-
naties
Totaal DAEB Niet-DAEB Elimi-
naties
Totaal
    2023 2023 2023 2023   2022 2022 2022 2022 
Ref. VASTE ACTIVA                
M1102 Vastgoedbeleggingen                
M11028 DAEB vastgoed in exploitatie 875.961 - - 875.961 891.410 - - 891.410
M11020 Niet-DAEB vastgoed in exploitatie - 338.465 - 338.465 - 344.196 - 344.196
M11024 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 36.772 25.274 - 62.047 35.179 26.630 - 61.809
M11021 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie 13.824 2.211 - 16.035 5.477 940 - 6.417
    926.557 365.950 - 1.292.508 932.066 371.766 - 1.303.832
M1102 Materiële vaste activa                
M11022 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie 8.986 - - 8.986 9.346 - - 9.346
    8.986 - - 8.986 9.346 - - 9.346
M1103 Financiële vaste activa                
M11031 Vorderingen op groepsmaatschappijen waarin wordt deelgenomen 430.717 106.676 -430.717 106.676 424.874 102.007 -424.874 102.007
M11033 Andere deelnemingen - 2 - 2 - 2 - 2
M11035 Latente belastingvorderingen - - - - - - - -
M11036 Leningen u/g 49.012 - -49.012 - 52.064 - -52.064 -
M11039 Overige vorderingen 23.908 3.311 - 27.219 25.415 3.511 - 28.926
    503.637 109.989 -479.729 133.897 502.353 105.520 -476.938 130.935
                   
    1.439.180 475.939 -479.729 1.435.391 1.443.765 477.286 -476.938 1.443.113
                   
  VLOTTENDE ACTIVA                
M1112 Vorderingen                
M11120 Huurdebiteuren 393 77 - 470 215 86 - 301
M11122 Vorderingen op groepsmaatschappijen - - - - - - - -
M11164 Belastingen en premies -886 2.522 - 1.636 1.796 2.752 - 4.548
van sociale verzekeringen
M11126 Overige vorderingen 715 508 - 1.222 732 312 - 1.044
M11127 Overlopende activa 34 - - 34 178 32 - 210
    256 3.107 - 3.362 2.921 3.182 - 6.103
                   
M1114 Liquide middelen -13.226 17.445 0 4.219 11.300 13.620 - 24.920
                   
    -12.970 20.552 - 7.581 14.221 16.802 - 31.023
                   
  TOTAAL 1.426.210 496.491 -479.729 1.442.972 1.457.986 494.088 -476.938 1.475.136

(Bedragen x € 1.000 voor resultaatbestemming)

  PASSIVA DAEB Niet-DAEB Elimi-
naties
Totaal DAEB Niet-DAEB Elimi-
naties
Totaal
    2023 2023 2023 2023   2022 2022 2022 2022 
Ref. VERMOGEN LANG                
M1105 Eigen vermogen                
M11053 Herwaarderingsreserves 722.391 188.924 -188.924 722.391 764.070 187.957 -187.957 764.070
M11053 Overige reserves 470.220 235.949 -235.949 470.220 342.088 223.218 -223.218 342.088
M11054 Resultaat na belastingen van het boekjaar -25.256 5.844 -5.844 -25.256 86.453 13.699 -13.699 86.453
    1.167.355 430.717 -430.717 1.167.355 1.192.611 424.874 -424.874 1.192.611
                   
M1107 Voorzieningen                
M11073 Voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen 3.473 - - 3.473 315 - - 315
M11072 Latente belastingverplichting 2.540 164 - 2.704 1.878 349 - 2.227
M11074 Overige voorzieningen 181 14 - 195 190 27 - 217
    6.194 178 - 6.372 2.383 376 - 2.759
                   
M1108 Langlopende schulden                
M11081 Schulden aan banken 220.997 - - 220.997 234.467 - - 234.467
M11082 Schulden aan groepsmaatschappijen - 49.012 -49.012 - - 52.064 -52.064 -
M11084 Verplichtingen uit hoofde 20.494 15.614 - 36.108 18.430 16.131 - 34.561
van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
M11083 Overige schulden 10 409 - 419 11 456 - 467
    241.501 65.035 -49.012 257.524 252.908 68.651 -52.064 269.495
                   
    1.415.050 495.930 -479.729 1.431.251 1.447.902 493.901 -476.938 1.464.865
                   
  VERMOGEN KORT                
M1116 Kortlopende schulden                
M11160 Schulden aan banken 2.970 - - 2.970 2.961 - - 2.961
M11162 Schulden aan leveranciers en handelskredieten 1.733 - - 1.733 1.382 - - 1.382
M11164 en M11165 Schulden ter zake van belastingen, premies van sociale verzekeringen en pensioenen 2.104 281 - 2.385 1.334 - - 1.334
M11167 Overige schulden 312 -58 - 254 624 -93 - 531
M11168 Overlopende passiva 4.041 338 - 4.379 3.783 280 - 4.063
    11.160 561 - 11.721 10.084 187 - 10.271
                   
  TOTAAL 1.426.210 496.491 -479.729 1.442.972 1.457.986 494.088 -476.938 1.475.136

15.3. Enkelvoudige winst- en verliesrekening DAEB / niet-DAEB gescheiden 2023

(Bedragen x € 1.000)

  DAEB Niet-DAEB Elimi-
naties
Totaal DAEB Niet-DAEB Elimi-
naties
Totaal
  2023 2023 2023 2023  2022 2022 2022 2022 
EXPLOITATIE VASTGOEDPORTEFEUILLE                
Huuropbrengsten 34.163 13.876 - 48.039 33.769 13.706 - 47.475
Opbrengsten servicecontracten 1.985 880 - 2.865 1.232 563 - 1.795
Lasten servicecontracten -1.985 -880 - -2.865 -1.232 -563 - -1.795
Lasten verhuur en beheeractiviteiten -4.322 -1.267 - -5.591 -3.843 -1.067 - -4.910
Lasten onderhoudsactiviteiten -13.467 -4.625 - -18.090 -11.280 -4.066 - -15.346
Overige directe operationele lasten exploitatie bezit -2.028 -415 - -2.443 -5.032 -966 - -5.998
Netto resultaat exploitatie vastgoedportefeuille 14.346 7.569 - 21.915 13.614 7.607 - 21.221
                 
VERKOOP VASTGOEDPORTEFEUILLE                
Verkoopopbrengst vastgoedportefeuille 10.558 1.644 -1.297 10.905 24.042 4.218 -1.332 26.928
Toegerekende organisatiekosten -843 -247 - -1.091 -566 -150 - -716
Boekwaarde verkochte vastgoedportefeuille -7.537 -1.184 1.145 -7.576 -17.981 -3.565 1.332 -20.214
Netto gerealiseerd resultaat verkoop vastgoedportefeuille 2.178 213 -151 2.238 5.495 503 - 5.998
                 
NIET-GEREALISEERDE WAARDE-VERANDERINGEN VASTGOEDPORTEFEUILLE                
Overige waardeveranderingen van vastgoedportefeuille -3.750 -60 - -3.810 -21 170 - 149
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen -28.664 -6.629 151 -35.142 59.784 9.802 - 69.586
vastgoedportefeuille
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen -2.860 -215 0 -3.075 -10.139 -2.259 - -12.398
vastgoedportefeuille verkocht onder voorwaarde
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen - - - - - - - -
vastgoedportefeuille bestemd voor verkoop
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille -35.274 -6.904 151 -42.027 49.624 7.713 - 57.337
                 
OVERIGE ACTIVITEITEN                
Opbrengsten overige activiteiten 107 32 - 139 88 23 - 111
Kosten overige activiteiten -102 -30 - -132 -83 -22 - -105
Netto resultaat overige activiteiten 5 2 - 7 5 1 - 6
                 
Overige organisatiekosten -1.602 -476 - -2.078 -1.748 -521 - -2.269
Leefbaarheid -447 -128 - -575 -503 -116 - -619
FINANCIELE BATEN EN LASTEN                
Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten         - - - -
Overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten 3.092 398 -2.544 946 16.141 20 -1.051 15.110
Rentelasten en soortgelijke kosten -6.854 -2.283 2.544 -6.593 -6.523 -1.063 1.051 -6.535
Saldo financiële baten en lasten -3.762 -1.885 - -5.647 9.618 -1.043 - 8.575
                 
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTINGEN -24.556 -1.609 - -26.167 76.105 14.144 - 90.249
Belastingen -6.545 787 0 -5.758 -3.355 -1.409 - -4.764
Resultaat uit deelnemingen 5.845 6.669 -5.845 6.669 13.703 965 -13.700 968
RESULTAAT NA BELASTINGEN -25.256 5.847 -5.847 -25.256 86.453 13.700 -13.700 86.453
Rechtstreekste mutaties in het eigen vermogen van de rechtspersoon - - - - - - - -
TOTAALRESULTAAT VAN DE RECHTSPERSOON -25.256 5.847 -5.847 -25.256 86.453 13.700 -13.700 86.453

15.4. Enkelvoudige kasstroomoverzicht DAEB / niet-DAEB gescheiden 2023

Volgens de directe methode

(Bedragen x € 1.000)

  DAEB Niet-DAEB Elimi-
naties
Totaal DAEB Niet-DAEB Elimi-
naties
Totaal
  2023 2023 2023 2023  2022 2022 2022 2022 
KASTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN                
Ontvangsten                
Huurontvangsten 34.186 13.910 - 48.096 33.885 13.351 - 47.236
Vergoedingen 1.457 572 - 2.029 1.346 544 - 1.890
Overheidsontvangsten - - - - - - - -
Overige bedrijfsontvangsten 4 555 - 559 16 1 - 17
Ontvangen interest 2.582 361 -2.545 398 1.160 21 -1.051 130
  38.229 15.398 -2.545 51.082 36.407 13.917 -1.051 49.273
Uitgaven                
Erfpacht -4 - - -4 -2 - - -2
Betalingen aan werknemers -5.151 -1.539 - -6.690 -5.397 -1.531 - -6.928
Onderhoudsuitgaven -10.607 -3.886 - -14.493 -8.225 -3.251 - -11.476
Overige bedrijfsuitgaven -8.660 -2.905 - -11.565 -6.829 -2.178 - -9.007
Betaalde interest -6.895 -2.289 2.545 -6.639 -6.519 -1.083 1.051 -6.551
Sectorspecifieke heffing onafhankelijk van resultaat -286 -85 - -371 -117 -24 - -141
Verhuurderheffing - - - - 986 -463 - 523
Leefbaarheid (externe uitgaven niet investering gebonden) -135 -37 - -172 -154 -26 - -180
Vennootschapsbelasting -3.202 833 - -2.369 -1.505 -1.213 - -2.718
  -34.940 -9.908 2.545 -42.303 -27.762 -9.769 1.051 -36.480
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN 3.289 5.490 - 8.779 8.645 4.148 - 12.793
                 
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN                
Materiële vaste activa - ingaande kasstroom                
Verkoopontvangsten bestaande huur 9.708 2.588 -1.145 11.151 19.816 6.112 -2.135 23.793
Verkoopontvangsten na inkoop
(verkocht onder voorwaarden)
- - - - - - - -
Verkoopontvangsten nieuwbouw, - - - - - - - -
woon- en niet woongelegenheden                
Verkoopontvangsten grond en overig - - - - - - - -
  9.708 2.588 -1.145 11.151 19.816 6.112 -2.135 23.793
Materiële vaste activa - uitgaande kasstroom                
Nieuwbouw huur -17.382 -1.187 - -18.569 -10.492 -449 806 -10.135
Nieuwbouw koop - - - - - - - -
Verbeteruitgaven -9.005 -1.322 - -10.327 -6.367 -995 - -7.362
Aankoop -532 -645 1.145 -32 -1.483 -1.245 1.319 -1.409
Aankoop woongelegenheden (VOV) voor doorverkoop - - - - - - - -
Investeringen overig -610 - - -610 -315 - 10 -305
  -27.529 -3.154 1.145 -29.538 -18.657 -2.689 2.135 -19.211
  DAEB Niet-DAEB Elimi-
naties
Totaal DAEB Niet-DAEB Elimi-
naties
Totaal
  2023 2023 2023 2023  2022 2022 2022 2022 
Financiële vaste activa - in en -uitgaande kasstroom                
- Ontvangsten verbindingen 3.052 2.000 3.052 2.000 6.059 - -6.046 13
- Uitgaven verbindingen - -47 - -47 - 1.500 - 1.500
  3.052 1.953 - 1.953 6.059 1.500 -6.046 1.513
                 
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN -14.769 1.387 -3.052 -16.434 7.218 4.923 -6.046 6.095
                 
FINANCIERINGSACTIVITEITEN                
Nieuwe te borgen leningen 12.500 - - 12.500 20.000 - - 20.000
Nieuwe ongeborgde leningen - - - - - - - -
Aflossing geborgde leningen -25.546 - - -25.546 -22.946 - - -22.946
Aflossing ongeborgde leningen - -3.052 3.052 - -232 -6.046 6.046 -232
                 
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN -13.046 -3.052 - -13.046 -3.178 -6.046 6.046 -3.178
                 
MUTATIE LIQUIDE MIDDELEN -24.526 3.825 - -20.701 12.685 3.025 - 15.710
WIJZIGING KORTGELDMUTATIES
(Collateral (margin call verplichting))
               
                 
Geldmiddelen aan het begin van de periode 11.300 13.620 - 24.920 -1.385 10.595 - 9.210
Geldmiddelen aan het einde van de periode -13.226 17.445 - 4.218 11.300 13.620 - 24.920
MUTATIE LIQUIDE MIDDELEN -24.526 3.825 - -20.701 12.685 3.025 - 15.710

16. Ondertekening

Hilversum, 18 juni
Stichting Dudok Wonen

Naam:
J.J.A.M. van Ham
Functie:
Directeur-bestuurder

Raad van commissarissen

Naam:
W.D. van Leeuwen
Functie:
Voorzitter
Naam:
E.L. Özyenici
Functie:
Vicevoorzitter
Naam:
F.R.M. Rieter
Functie:
Lid
Naam:
B.G.M. Moesbergen
Functie:
Lid
Naam:
N. Eijsbroek
Functie:
Lid

Dudok Wonen
Larenseweg 32
Hilversum

17. Overige gegevens

17.1. Voorstel resultaatbestemming

Voorstel resultaatbestemming is om het resultaat ter grootte van negatief € 25.256 miljoen in 2023 ten gunste van de overige reserves van Dudok Wonen te brengen.

17.2. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

De controleverklaring van de onafhankelijke accountant begint op de volgende bladzijde.

17.2. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Versie:
v6.2.32

Met iWink Report maak je professionele online publicaties. Publicaties die je online, in print en als PDF-download kunt aanbieden.

En daarmee voldoe je direct aan de WCAG-wetgeving rond digitale toegankelijkheid.

Eenvoudig, veilig en efficiënt.

Meer over iWink Report